Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Modehuis Lobith B.V.
Rechtbank Gelderland, 23 september 2019
ECLI:NL:RBGEL:2019:4271

werkneemster/Modehuis Lobith B.V.

Ontslag op staande voet niet rechtsgeldig. Werkgever heeft geen enkele onderbouwing – laat staan bewijs – gegeven van een aan het ontslag op staande voet ten grondslag gelegde dringende reden. Voorschot op billijke vergoeding en gefixeerde schadevergoeding van € 7.774 bruto toegewezen.

Feiten

Werkneemster is op 1 april 2019 in de functie medewerkster bij Modehuis Lobith B.V. in dienst getreden. In een brief van 1 augustus 2019 heeft Modehuis Lobith werkneemster laten weten dat haar contracturen, vanwege een negatieve beoordeling van de werkprestaties van werkneemster, zouden worden gewijzigd van gemiddeld 36 uur per week naar gemiddeld 0 tot 16 uur en dat op de gewerkte uren het minimumloon zal worden toegepast. Op 5 augustus 2019 is werkneemster op staande voet ontslagen, omdat werkneemster de geheimhouding zou hebben geschonden door zich negatief over Modehuis Lobith uit te laten. Op 14 augustus 2019 heeft Modehuis Lobith het ontslag ingetrokken. In een e-mail van 15 augustus 2019 heeft de gemachtigde van werkneemster laten weten niet in te stemmen met de intrekking van het ontslag op staande voet. Werkneemster vordert in kort geding onder meer betaling van achterstallig loon over de maanden juli en augustus en betaling van een voorschot op de billijke vergoeding en gefixeerde schadevergoeding ad € 10.000 netto.

Oordeel

Loonvordering

De kantonrechter oordeelt dat de loonvordering van werkneemster voor toewijzing gereed ligt. Het verweer van Modehuis Lobith dat de arbeidsomvang en het loon in de brief van 1 augustus 2019 zijn verminderd kan niet slagen. Anders dan door Modehuis Lobith is gesteld komt haar niet de bevoegdheid toe om eenzijdig de arbeidsomvang en/of de hoogte van het loon te verminderen respectievelijk te verlagen. Gesteld noch gebleken is dat aan de vereisten van artikel 7:613 BW, dat onder bijzondere omstandigheden de mogelijkheid biedt tot eenzijdige wijziging van arbeidsvoorwaarden over te gaan, is voldaan.

Voorschot op vergoedingen

Het ontslag op staande voet is blijkens de brief van 5 augustus 2019 gegeven omdat werkneemster de geheimhouding zou hebben geschonden door zich negatief over Modehuis Lobith uit te laten. Werkneemster heeft de juistheid van die stelling betwist. Modehuis Lobith heeft ter zake van het gemaakte verwijt geen enkele onderbouwing gegeven, laat staan bewijs geleverd. Derhalve is niet aannemelijk dat dit ontslag in een bodemprocedure stand zal houden, nog daargelaten dat het werkneemster door Modehuis Lobith gemaakte verwijt, als dat al vast zou komen te staan, in de gegeven omstandigheden waarbij Modehuis Lobith eenzijdig de urenomvang heeft verminderd en het loon heeft verlaagd, naar voorlopig oordeel, geen dringende reden oplevert die een ontslag op staande voet rechtvaardigt. Daarmee is de grondslag voor het toekennen van de gefixeerde schadevergoeding als ook een billijke vergoeding gegeven. Een (voorschot op de) vergoeding wegens onregelmatige opzegging zal worden toegewezen, nu geen opzegtermijn in acht is genomen. Nu in de arbeidsovereenkomst een tussentijds opzegbeding is opgenomen acht de kantonrechter het waarschijnlijk dat in de bodemprocedure een vergoeding zal worden toegewezen die gelijk is aan het bedrag van het loon over de tijd dat de arbeidsovereenkomst nog zou hebben geduurd als regelmatig was opgezegd. Een bedrag ad € 3.274,19 bruto wordt toegewezen. Gelet op alle omstandigheden van het geval, waaronder de forse mate van verwijtbaarheid aan de zijde van Modehuis Lobith en het ontbreken van enige valide reden om de arbeidsovereenkomst tussentijds op te zeggen, acht de kantonrechter het waarschijnlijk dat in de bodemprocedure een billijke vergoeding van tenminste € 4.500 bruto zal worden toegekend. Dit bedrag wordt eveneens bij wijze van voorschot toegewezen.