Naar boven ↑

Rechtspraak

Acacia Water B.V./werknemer
Rechtbank Den Haag (Locatie Gouda), 8 mei 2018
ECLI:NL:RBDHA:2018:16457

Acacia Water B.V./werknemer

Werknemer maakt gebruik van data, modellen en tools waarop het auteursrecht van een derde rust, zonder dat werkgever dit wist. Geen sprake van een voldragen ontslaggrond ex artikel 7:686 BW (tekortkoming). Wel is de arbeidsverhouding inmiddels verstoord. Ontbinding op de g-grond.

Feiten

Werknemer is op 1 februari 2014 bij Acacia Water B.V. (hierna: Acacia) in dienst getreden in de functie van senior onderzoeker. Acacia houdt zich bezig met advisering op het gebied van (grond)water en waterbeheer. Acacia verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden, primair op grond van artikel 7:686 BW jo. 6:265 BW, subsidiair op de e-grond en meer subsidiair op de g-grond. Acacia verwijt werknemer dat hij, zonder Acacia daarover te informeren, bij de uitvoering van zijn werkzaamheden gebruik heeft gemaakt van gegevens waarop naar hij wist het auteursrecht rust van het onderzoeksinstituut van de Landbouwuniversiteit Wageningen, Alterra, waar werknemer eerder in dienst was. Werknemer heeft volgens Acacia vervolgens geweigerd de gegevens aan haar af te geven.

Oordeel

Werknemer heeft bij Acacia de functie van senior onderzoeker. In die positie heeft het op zijn weg gelegen om aan Acacia mede te delen dat hij bij de uitvoering van zijn werkzaamheden gebruikmaakte van gegevens waarop het auteursrecht van Alterra rust, zodat Acacia vooraf aan Alterra toestemming had kunnen vragen voor het gebruik van die gegevens of het gebruik daarvan had kunnen verbieden. Door dat na te laten is werknemer in de nakoming van zijn verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst tekortgeschoten. Daarin is hij ook tekortgeschoten doordat hij heeft geweigerd de gegevens aan Acacia af te geven. Deze gegevens zijn immers (mede) de onderbouwing gaan vormen van de conclusies en adviezen die hij de opdrachtgever(s) van Acacia heeft gegeven. De kantonrechter overweegt dat deze tekortkomingen ernstig zijn, maar niet zodanig ernstig dat zij de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigen op grond van artikel 7:686 jo. 6:265 BW of artikel 7:699 lid 3 sub e BW. Daarbij is van belang dat werknemer tot eind 2017 naar behoren bij Acacia heeft gefunctioneerd. Van belang is verder dat is gebleken dat Alterra tegen het gebruik van de betreffende gegevens kennelijk geen onoverkomelijke bezwaren heeft. Zij heeft immers medegedeeld dat zij het niet nodig vindt om alsnog licenties af te spreken. Het probleem dat Acacia aanvankelijk vreesde te hebben is daarmee opgelost. Tussen partijen staat echter niet ter discussie dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen verstoord is geraakt. Dit is, gelet op de vaststaande feiten, aannemelijk. De arbeidsovereenkomst wordt dan ook ontbonden op de g-grond, per 1 juni 2018. Van ernstig verwijtbaar handelen van werknemer is geen sprake, zodat hij terecht aanspraak maakt op de transitievergoeding van € 7.446. Voor toekenning van een billijke vergoeding bestaat geen aanleiding.