Rechtspraak
Rechtbank Gelderland (Locatie Apeldoorn), 24 april 2019
ECLI:NL:RBGEL:2019:4611
Deco Coating Industrie B.V./werknemer
Feiten
Werknemer is in september 2012 bij Deco Coating Industrie B.V. (hierna: Deco) in dienst getreden als laborant. In de arbeidsovereenkomst is een relatiebeding opgenomen. Werknemer heeft per 1 november 2016 een eenmanszaak. Hij heeft de arbeidsovereenkomst met Deco opgezegd met ingang van 1 februari 2017 en is in dienst getreden bij een andere werkgever. Werknemer heeft in 2018 contact gehad met drie relaties van Deco. Deco vordert veroordeling van werknemer tot betaling van € 150.000. Zij stelt daartoe dat de drie contacten van werknemer in strijd zijn met het relatiebeding, zodat hij driemaal de overeengekomen boete van € 50.000 per overtreding verschuldigd is.
Oordeel
Werknemer stelt allereerst dat een directielid van Deco hem toestemming heeft gegeven om, ondanks het relatiebeding, in contact te treden met leveranciers van Deco en, incidenteel, ook met minder belangrijke klanten van Deco, zodat de gestelde contacten toegestaan waren. Deco betwist dat deze afspraak is gemaakt. Werknemer heeft echter een schriftelijke verklaring overgelegd van zijn vader, waarin deze schrijft dat zijn zus (de echtgenote van het directielid) diverse malen aan hem verteld heeft dat wel degelijk is gezegd dat als werknemer van ‘de grote jongens’ afbleef het niet zo’n vaart zou lopen. Werknemer wordt dan ook opgedragen zijn stellingen op dit onderdeel te bewijzen. Voor het geval werknemer hierin niet slaagt, wordt beoordeeld of de gedragingen van werknemer zijn aan te merken als overtredingen van het relatiebeding. Vast staat dat de drie benaderde bedrijven relaties zijn van Deco. Ten aanzien van twee van de drie bedrijven staat vast dat sprake is geweest van contact in strijd met het relatiebeding (het versturen van een prijslijst en het bijwonen van een ‘chemiedag’). Ten aanzien van het contact met het derde bedrijf heeft Deco onvoldoende onderbouwd dat sprake is geweest van een overtreding van het relatiebeding. Een persoonlijk contact tussen werknemer en de directeur van het bedrijf is daarvoor onvoldoende. Het voorgaande leidt tot de voorlopige conclusie dat, indien het bewijs niet geleverd wordt, sprake is van twee overtredingen van het relatiebeding. De kantonrechter overweegt dat in dit geval een forse matiging van de boete gerechtvaardigd is. Het betreft twee incidenten zonder enige daadwerkelijke schade voor Deco. Het bedrijfsdebiet van Deco is door de twee contacten niet of nauwelijks reëel in gevaar geweest. Vooralsnog wordt voor de matiging aansluiting gezocht bij het bedrag dat opgenomen is voor een overtreding per dag van € 1.500 en dus voor twee overtredingen een bedrag van € 3.000. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.