werkneemster/YZ Content Schoonmaak B.V.

Feiten

Werkneemster is op 2 januari 2008 in dienst is getreden bij (de rechtsvoorganger van) YZ Content Schoonmaak B.V. (hierna: YZ Content)  in de functie van schoonmaakster voor 12,5 uur per week. Op 18 september 2017 heeft werkneemster zich ziek gemeld. Met ingang van 17 januari 2018 is zij hersteld verklaard door de bedrijfsarts. Ondanks die hersteldverklaring is werkneemster niet op haar werk verschenen. YZ Content heeft daarom vanaf 17 januari 2018 geen loon meer betaald. YZ Content heeft de arbeidsovereenkomst niet beëindigd. Werkneemster heeft zich rond 18 januari 2019 weer gemeld bij YZ Content. De advocaat van werkneemster heeft in een brief van 28 maart 2019 aan YZ Content laten weten dat werkneemster weer beschikbaar is voor werk en aanspraak maakt op loon. Partijen twisten over de vraag of werkneemster de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd, doordat zij een jaar lang niet op haar werk is verschenen.

Oordeel

Voor een opzegging of beëindiging van een arbeidsovereenkomst door een werknemer is een duidelijke en ondubbelzinnige opzegging vereist. Zo’n duidelijke en ondubbelzinnige opzegging door werkneemster is er niet. Sterker nog, er is helemaal geen mededeling geweest van de kant van werkneemster die kan worden uitgelegd als een opzegging of beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Ook het beroep op rechtsverwerking heeft geen succes, omdat het enkele stilzitten van een werknemer niet tot de conclusie kan leiden dat de werknemer de arbeidsovereenkomst heeft beëindigd of opgezegd. Omdat er geen sprake is van een beëindiging van de arbeidsovereenkomst door YZ Content of werkneemster, duurt die arbeidsovereenkomst dus nog steeds voort. Van werkneemster mocht worden verwacht dat zij zich na een jaar afwezigheid luid en duidelijk beschikbaar zou stellen bij YZ Content. Alleen een eenmalig telefooncontact is daarvoor niet genoeg. Wel voldoende is de brief van de advocaat van werkneemster, omdat werkneemster daarin luid en duidelijk aangeeft dat zij weer beschikbaar is voor werk en aanspraak maakt op loon. In de periode van 17 januari 2018 tot begin 2019 had werkneemster geen recht op loon. Zij heeft namelijk ondanks de hersteldverklaring niet gewerkt. Dat komt voor rekening van werkneemster en niet voor rekening van YZ Content. Dit ligt anders voor de periode na de brief van de advocaat. Het is YZ Content die toen geen gebruik meer heeft willen maken van de diensten van werkneemster. Dat behoort voor rekening van YZ Content te komen, zodat werkneemster  vanaf dat moment weer recht heeft op loon. Omdat YZ Content na de brief van 28 maart 2019 enige gelegenheid moest krijgen om zich in stellen op de terugkeer van werkneemster, heeft werkneemster naar het oordeel van de kantonrechter daarom vanaf 1 april 2019 recht op loon. Ook de vordering om werkneemster toe te laten tot het werk wordt toegewezen.