Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Connexxion Openbaar Vervoer B.V.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 8 oktober 2019
ECLI:NL:GHARL:2019:8249

werknemer/Connexxion Openbaar Vervoer B.V.

Verzoek van werknemer om een voorlopig getuigenverhoor in hoger beroep toegewezen.

Feiten

Werknemer is bij Connexxion op grond van een arbeidsovereenkomst werkzaam geweest als buschauffeur. Op 23 november 2012 is werknemer in het busstation in Amstelveen van een wenteltrap gevallen. De arbeidsovereenkomst tussen werknemer en Connexxion is in 2014 beëindigd. In eerste aanleg heeft werknemer een verklaring voor recht gevorderd dat Connexxion aansprakelijk is voor de door hem door het ongeval op 23 november 2012 geleden en nog te lijden schade en een vergoeding van die schade. Bij tussenvonnis van 25 april 2018 heeft de kantonrechter Connexxion opgedragen te bewijzen dat zij als werkgeefster aan haar zorgplicht heeft voldaan. Uiteindelijk heeft de kantonrechter geoordeeld dat Connexxion is geslaagd in het bewijs dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan. De vorderingen van werknemer zijn daarom afgewezen.

Oordeel

Ten aanzien van het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor van werknemer stelt het hof het volgende voorop. Ingevolge artikel 186 Rv kan de rechter in gevallen waarin bij de wet het bewijs door getuigen is toegelaten, op verzoek van de belanghebbende een voorlopig getuigenverhoor bevelen. Uit het verzoek van werknemer blijkt voldoende duidelijk over welk feitelijk gebeuren werknemer getuigen wil horen. Werknemer heeft toegelicht dat het gaat om de omstandigheden waaronder hem het ongeval overkwam, zoals de gang van zaken, de toestand van de traptreden van de metalen wenteltrap en de door Connexxion zelf ingestelde onderzoeken naar aanleiding van het ongeval, de staat waarin de trap zich bevond en de aanbevelingen voor het geven van instructies en het treffen van (veiligheids)maatregelen, zoals een borging van de schoonmaakwerkzaamheden en het waarschuwen voor gevaar bij gladheid voor de gebruikers van de trap en de bovengelegen pauzeruimte. In eerste aanleg zijn geen getuigen gehoord. Connexxion heeft enkel schriftelijk bewijs in het geding gebracht. Werknemer heeft in reactie op dat schriftelijke bewijs geen aanbod gedaan om in het kader van tegenbewijs getuigen te horen. Werknemer wil in hoger beroep alsnog getuigen horen. Werknemer wenst met het voorlopig getuigenverhoor de door Connexxion in eerste aanleg aangevoerde feiten en omstandigheden te ontkrachten. Daarnaast wenst werknemer door middel van het voorlopig getuigenverhoor een inschatting te maken van de kansen van het door hem ingestelde hoger beroep. Naar het oordeel van het hof blijkt uit het voorgaande, mede gelet op de herkansingsfunctie van het hoger beroep, genoegzaam dat werknemer voldoende belang heeft bij een voorlopig getuigenverhoor. Connexxion heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van werknemer. Gesteld noch gebleken is dat werknemer met het indienen van het verzoek misbruik van bevoegdheid maakt of dat het verzoek strijdig is met de goede procesorde. Van andere zwaarwegende belangen die aan toewijzing van het verzoek in de weg zouden staan, is het hof verder niet gebleken. Het hof zal het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor toewijzen.