Naar boven ↑

Rechtspraak

De Zorgservice B.V./werkneemster
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 17 december 2019
ECLI:NL:RBDHA:2019:13617

De Zorgservice B.V./werkneemster

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de e-grond. Werknemer heeft ernstig verwijtbaar gehandeld door meerdere malen zonder bericht niet op het werk te verschijnen. Toekenning van een gefixeerde schadevergoeding aan werkgever.

Feiten

Werkneemster is sinds 27 mei 2019 in dienst bij De Zorgservice B.V. (hierna: De Zorgservice). Partijen hebben daarnaast een studieovereenkomst gesloten. Uit het werkrooster volgt dat werkneemster op 29 juli 2019 is ingeroosterd voor een dag- en avonddienst. Dat houdt in dat werkneemster binnen de tijden van 7.00-14.00 uur (dag) en 17.00-22.30 uur (avond) kon worden opgeroepen om werkzaamheden te verrichten. Vanwege afzeggingen door cliënten resteerde in de ochtend een dienst van 3 uur en 50 minuten. Werkneemster heeft daarop De Zorgservice per WhatsApp op 28 juli 2019 bericht dat zij niet voor zo’n korte periode komt werken. De Zorgservice antwoordde werkneemster dat de route niet verdeeld kon worden en dat zij werkneemster de volgende ochtend op het werk verwachtte. Toen werkneemster herhaalde dat zij niet zou komen werken, heeft de Zorgservice werkneemster bericht dat zij dan ’s avonds ook niet hoefde te werken en dat zij dit als werkweigering beschouwde. Werkneemster is op 29 juli 2019 niet op het werk verschenen. Vervolgens heeft op 30 juli 2019 een gesprek plaatsgevonden tussen De Zorgservice en werkneemster. Daarna heeft De Zorgservice werkneemster bij brief van 1 augustus 2019 opgeroepen om op het werk te verschijnen. Daarbij kreeg werkneemster een officiële eerste waarschuwing. In reactie daarop schrijft werkneemster dat zij had begrepen uit het gesprek dat zij werd ontslagen. Werkneemster is de volgende dagen niet op het werk verschenen terwijl zij wel was ingeroosterd. Bij brief van 20 augustus 2019 geeft De Zorgservice een officiële tweede waarschuwing aan werkneemster. Daarnaast geeft De Zorgservice werkneemster een laatste kans om op 22 augustus 2019 in de ochtend op het werk te verschijnen. Ook op donderdag 22 augustus 2019 is werkneemster niet op het werk verschenen. De Zorgservice zegt werkneemster bij brief van 27 augustus 2019 aan het dienstverband te willen beëindigen. Werkneemster is niet op dat voorstel ingegaan. De Zorgservice verzoekt de arbeidsovereenkomst met werkneemster te ontbinden vanwege verwijtbaar handelen.

Oordeel

Naar het oordeel van de kantonrechter is er op grond van het feitencomplex sprake van verwijtbaar handelen door werkneemster zodat van De Zorgservice niet kan worden gevergd dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen langer voortduurt. Dat werkneemster op 29 juli 2019, 5 augustus 2019 en 22 augustus 2019 niet op het werk is verschenen zonder geldige reden, kan naar het oordeel van de kantonrechter worden gekwalificeerd als ernstig verwijtbaar. Omdat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen door werkneemster, bepaalt de kantonrechter dat de arbeidsovereenkomst met ingang van heden wordt ontbonden. Op grond van artikel 7:671b lid 10 sub c BW kan indien sprake is van ernstige verwijtbaarheid aan de zijde van de werknemer de kantonrechter aan De Zorgservice een vergoeding toekennen tot ten hoogste het bedrag gelijk aan het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst geduurd zou hebben indien deze van rechtswege zou zijn geëindigd. De kantonrechter heeft al geoordeeld dat sprake is van ernstige verwijtbaarheid aan de zijde van werkneemster. Nu de overeenkomst was aangegaan voor de duur van vijf jaar, zou deze zijn geëindigd op 27 mei 2024. De Zorgservice heeft het gemiddeld brutoloon becijferd op € 955,53, hetgeen tot 27 mei 2024 neerkomt op een bedrag van € 54.465,21 bruto. De kantonrechter ziet in de omstandigheden van het geval echter aanleiding om de vordering toe te wijzen tot een bedrag van € 5.000 bruto.