Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Juniper Networks International B.V.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 26 november 2019
ECLI:NL:GHAMS:2019:4213

werknemer/Juniper Networks International B.V.

Werknemer is blijvend arbeidsongeschikt voor zijn eigen werk en werkgever heeft zich voldoende ingespannen voor de re-integratie. De openstaande vacature was niet passend of passend te maken voor werknemer. Daarom geen grond voor herstel van arbeidsovereenkomst.

Feiten

Werknemer is op 27 oktober 2003 in dienst getreden bij Juniper Networks International B.V. (hierna: Juniper). Op 20 januari 2016 is werknemer arbeidsongeschikt geraakt, waarna in juli 2016 pogingen tot re-integratie in de eigen functie zijn gedaan (zonder resultaat). De arbeidsdeskundige van Juniper heeft op 23 november 2019 geconcludeerd dat het eigen werk herstelbelemmerend is en daarom niet passend, dat de werkzaamheden niet passend te maken zijn en dat ander passend werk bij de eigen werkgever niet te duiden was. Daarom heeft de arbeidsdeskundige geadviseerd om de re-integratieactiviteiten bij een andere werkgever voort te zetten. In het deskundigenoordeel van het UWV van 23 januari 2017 is geoordeeld dat werknemer ongeschikt was voor zijn eigen werk en dat dit ook op 20 juli 2016 gold. Ook op 29 april 2017 heeft de arbeidsdeskundige van Juniper wederom geconcludeerd dat het eigen werk niet passend te maken was bij de eigen werkgever. Daarbij werd mediation geadviseerd. Deze mediation is zonder resultaat afgerond. Op 29 juni 2017 oordeelde het UWV dat de re-integratie-inspanningen van Juniper voldoende zijn geweest. Vervolgens heeft Juniper werknemer nieuwe taken aangeboden, die zijn geweigerd omdat het deels eigen werk betrof. Naar aanleiding daarvan heeft Juniper loonbetaling gestaakt. Het UWV heeft op 17 oktober 2017 geoordeeld dat de aangeboden arbeid weliswaar passend was, maar dat werknemer een deugdelijke grond had om deze arbeid niet te aanvaarden; Juniper heeft vervolgens de loonstop opgeheven. Uiteindelijk is een WIA-uitkering aangevraagd. Daarbij heeft het UWV geoordeeld dat beide partijen zich voldoende hebben ingespannen voor de re-integratie. Op 11 januari 2018 is een WGA-uitkering toegekend. Vanaf februari 2018 waren er twee open vacatures bij Juniper. Juniper heeft met toestemming van het UWV de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 augustus 2018 opgezegd. Bij de kantonrechter heeft werknemer herstel van de arbeidsovereenkomst verzocht omdat Juniper zich onvoldoende heeft ingespannen om hem te laten re-integreren en heeft nagelaten om hem in een passende functie te herplaatsen (vanwege de vacatures). De kantonrechter heeft dit verzoek in eerste aanleg afgewezen. Tegen deze beslissing komt werknemer in hoger beroep op.

Oordeel

Allereerst dient te worden beoordeeld of de door werknemer voorgestelde functie (uit de vacature) passend, dan wel binnen een redelijke termijn passend te maken is. Volgens werknemer is de desbetreffende functie een helpdeskfunctie waarin gewerkt wordt zonder deadlines en waarin moeilijke vragen kunnen worden doorgespeeld naar een beter toegeruste collega. Daarbij stelt werknemer dat dit zonder opleiding uit te oefenen is. Juniper heeft daarentegen aangevoerd dat de functie allesbehalve voorspelbaar is en dat ervaring en/of opleiding wel degelijk vereist is. Het hof overweegt dat de functiebeschrijving dit standpunt van Juniper onderbouwt. Daarom heeft Juniper voldoende gemotiveerd dat werknemer niet geschikt is voor deze functie. Om die reden concludeert het hof dat de functie qua belasting niet passend (te maken) is voor werknemer. Daarnaast heeft werknemer aangevoerd dat Juniper adviezen niet heeft opgevolgd. Juniper heeft dit gemotiveerd weersproken. Uit verschillende deskundigenoordelen van het UWV blijkt dat Juniper aan haar re-integratieverplichtingen ten opzichte van werknemer heeft voldaan. Gelet daarop had van werknemer verwacht mogen worden dat hij zijn stelling dat Juniper zich niet voldoende heeft ingezet voor zijn re-integratie nader had onderbouwd. Dat heeft hij niet gedaan. De slotsom is dat de grieven niet tot toewijzing van de verzoeken kunnen leiden en aldus falen. De bestreden beschikking zal worden bekrachtigd en het hoger beroep wordt afgewezen.