Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 18 december 2019
ECLI:NL:RBNHO:2019:10567
werknemer/I-SEC Nederland B.V.
Feiten
Werknemer is op 9 juli 2018 voor de duur van een jaar in dienst getreden bij I-SEC Nederland B.V. (hierna: I-SEC) in de functie van agent. Bij brief van 4 juli 2019 is aan werknemer medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst is verlengd tot 8 november 2019. Op 24 juli 2019 heeft een incident plaatsgevonden tussen werknemer en collega 1. In een gesprek is werknemer medegedeeld dat twee collega’s zouden hebben gezien/gehoord dat werknemer tegen collega 1 zou hebben gezegd: ‘Ik ga je hoeken’ en zij neus tegen neus zouden hebben gestaan. Later is werknemer op non-actief gesteld. Op 26 juli 2019 is werknemer op staande voet ontslagen wegens – kort gezegd – bedreiging. Bij brief van 9 augustus 2019 heeft werknemer geprotesteerd tegen het ontslag op staande voet. In deze brief heeft werknemer geschreven dat het niet getuigt van goed werkgeverschap dat I-SEC niet geïnteresseerd was in de door werknemer aangeboden getuige, collega 2. Werknemer verzoekt de kantonrechter primair het ontslag op staande voet te vernietigen en hem toe te laten tot de werkvloer om de bedongen arbeid te verrichten. Subsidiair verzoekt werknemer de kantonrechter I-SEC te veroordelen tot betaling aan werknemer van een billijke vergoeding ter hoogte van € 5.000 en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging ter hoogte van € 2.183,12.
Oordeel
Nu I-SEC bekend was geworden met een verklaring die tegenstrijdig is met de overige bij I-SEC bekende verklaringen, is de kantonrechter van oordeel dat van I-SEC verwacht had mogen worden dat zij nader onderzoek had gedaan naar hetgeen zich op 24 juli 2019 heeft voorgedaan. De kantonrechter is met werknemer van oordeel dat I-SEC op zijn minst de verklaring van collega 2 had moeten natrekken en de camerabeelden had moeten opvragen en bekijken. Nu I-SEC dit heeft nagelaten, heeft zij naar het oordeel van de kantonrechter niet die zorgvuldigheid betracht die van een werkgever bij een ontslag op staande voet mag worden verwacht. De kantonrechter is van oordeel dat tegen een collega zeggen ‘ik ga je hoeken’ van weinig professionaliteit getuigt en het tevens onbeleefd, onvriendelijk, onheus en weinig hoffelijk is om op de werkvloer neus aan neus tegenover elkaar te gaan staan. Het valt echter niet in te zien dat I-SEC in de gegeven omstandigheden niet een minder verstrekkende maatregel had kunnen kiezen, zoals een officiële waarschuwing. Dit had mede gelet op de persoonlijke omstandigheden van werknemer wel van I-SEC mogen worden verwacht. Het verzoek van werknemer om vernietiging van het ontslag op staande voet wordt dan ook toegewezen. Vast staat dat I-SEC de arbeidsovereenkomst niet (langer) wil verlengen. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat de arbeidsovereenkomst alsnog per 9 november 2019 rechtsgeldig is geëindigd.