Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 24 december 2019
ECLI:NL:GHDHA:2019:3706
Zie ook AR 2018-0141.
Feiten
Van Roosendaal Technisch Uitzendbureau B.V. (hierna: VRTU) exploiteert een uitzendbureau voor technisch personeel. Op 27 september 2010 heeft VRTU een arbeidsovereenkomst gesloten met X. Uit hoofde van zijn functie als las-coördinator was X verantwoordelijk voor het actief benaderen en acquireren van potentiële klanten en het vinden en bemiddelen van personeel. Bij brief van 27 augustus 2013 heeft X zijn arbeidsovereenkomst met VRTU tegen 1 oktober 2013 opgezegd. Op 27 augustus 2013 is X met onmiddellijke ingang op non-actief gesteld. Op 3 september 2013 heeft X de besloten vennootschap XX B.V. opgericht. Op dezelfde datum heeft XX B.V., samen met Y B.V. en Z B.V., de besloten vennootschap AJW Group B.V. opgericht. AJW Group B.V. heeft op haar beurt, eveneens op 3 september 2013, de besloten vennootschap AJW Technisch Uitzendbureau B.V. opgericht en was sindsdien enig aandeelhouder en bestuurder van deze vennootschap. AJW Technisch Uitzendbureau exploiteert een uitzendbureau voor technisch personeel, dat een concurrent is van VRTU. Vanaf 16 oktober 2015 is Flexxcompany B.V. enig aandeelhouder van AJW Group B.V. en is X in dienst getreden bij AJW Technisch Uitzendbureau. Flexxcompany B.V. is tevens enig aandeelhouder van Paytra, een payrollbedrijf waarvan AJW Technisch Uitzendbureau reeds gebruikmaakte toen X nog (indirect) bestuurder van AJW Technisch Uitzendbureau was. De rechtbank heeft bij eindvonnis geoordeeld, kort samengevat, dat X door het meenemen en kopiëren van een door VRTU opgebouwd bestand en dit bestand aan derden ter beschikking stellen, onrechtmatig jegens VRTU heeft gehandeld en om die reden aansprakelijk is voor de schade die VRTU dientengevolge lijdt. Verder heeft de rechtbank ten aanzien van X Beheer en AJW Group c.s. geoordeeld dat alle vennootschappen nauw met elkaar zijn verweven en X ten tijde van zijn onrechtmatige gedraging een belangrijke rol had binnen deze structuur van vennootschappen, die gezamenlijk als uitzendbureau opereren ten behoeve waarvan X de database had gekopieerd en meegenomen, zodat de onrechtmatige gedraging van X ook als gedraging van de vennootschappen wordt aangemerkt. VRTU heeft het onderzoeksbureau Digital Investigation (hierna: DI) in de arm genomen om het onderzoek, zoals door de rechtbank bij tussenvonnis is bepaald, uit te voeren. X, XX B.V. en AJW Group c.s kunnen zich met het eindvonnis van 17 januari 2018 niet verenigen.
Oordeel
Onderzoek naar kopiëren en (via derden) profiteren van unieke database door ex-werknemer
Het hof is met de rechtbank van oordeel dat geen feiten of omstandigheden zijn gesteld die de suggestie dat het brondocument is gemanipuleerd ondersteunen. Tegen de achtergrond van hetgeen DI onder meer heeft gerapporteerd, is het hof van oordeel dat vast is komen te staan dat X een door VRTU opgebouwde database heeft gekopieerd en meegenomen. Tevens is relevant dat X heeft verklaard gedurende zijn dienstverband met VRTU ook vanuit huis te hebben gewerkt op de laptop van zijn partner en erkend heeft dat hij de contactgegevens van de uitzendkrachten op zijn computer thuis had staan. X heeft desgevraagd geen verklaring kunnen geven voor de onderzoeksbevinding van DI dat het bestand met persoonsgegevens van inschrijvingen en uitzendkrachten op 10 september 2013 – bijna twee weken nadat X zijn arbeidsovereenkomst met VRTU heeft opgezegd en door VRTU op non-actief was gesteld en een week nadat AJW Group, AJW Technisch Uitzendbureau en X Beheer waren opgericht – op de laptop van zijn partner is gedownload en geopend. Voor wat betreft het unieke karakter van het bestand gaat het er naar het oordeel van het hof niet zozeer om of de namen van de uitzendkrachten uniek zijn – uitzendkrachten kunnen zich inderdaad bij verschillende uitzendbureaus inschrijven – maar om de match die op basis van de registratie van de uitzendkracht in een database (met de achterliggende gegevens die daarin worden opgeslagen) met een opdrachtgever eenvoudig kan worden gemaakt. Daarbij is ook de omvang van het bestand met uitzendkrachten van belang. Een zeer belangrijk deel, namelijk 1.958 van de 2.071 rijen, van de twee op de laptop van de partner van X aangetroffen bestanden komen volledig overeen met het bronbestand van VRTU, waarbij ook de kolommen van links naar rechts volledig identiek zijn. Naar het oordeel van het hof is voldoende aannemelijk geworden dat X na zijn vertrek bij VRTU een concurrerend uitzendbureau onder de naam AJW Technisch Uitzendbureau is gestart en dit uitzendbureau een vliegende start heeft kunnen maken doordat X het bestand van VRTU in zijn bezit had en hiervan na zijn uitdiensttreding bij VRTU gebruik heeft gemaakt. Op basis van het onderzoek door DI is tevens gebleken dat X de database van VRTU in handen van derden heeft laten komen.
Onrechtmatig handelen van ex-werknemer en de betrokken derden
X heeft een inbreuk heeft gemaakt op het bedrijfsdebiet van VRTU en daarmee onrechtmatig gehandeld jegens VRTU. De onrechtmatige gedraging van X kan als onrechtmatige gedraging van AJW Group en AJW Technisch Uitzendbureau worden aangemerkt. De onrechtmatige daad kan naar het oordeel van het hof niet (mede) worden toegerekend aan Paytra. VRTU heeft niet weersproken dat op 3 oktober 2013 een overeenkomst tot payrolling is gesloten tussen AJW Technisch Uitzendbureau en Paytra. Paytra heeft voldoende gemotiveerd weersproken dat zij na de oprichting van AJW Technisch Uitzendbureau verder financieel betrokken is geweest bij dat bedrijf, anders dan door het verrichten van verloningsdiensten in het kader van de tussen partijen overeengekomen payrollwerkzaamheden.