Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/de Orde van Advocaten in het Arrondissement Gelderland
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 5 februari 2020
ECLI:NL:RBGEL:2020:665
Pensioenontslagbeding in de arbeidsovereenkomst bepaalt dat de arbeidsovereenkomst eindigt bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Werkgever en werknemer leggen die leeftijd verschillend uit. Uitleg aan de hand van Haviltex.

Feiten

Werkneemster is per 1 maart 1991 op basis van een mondelinge arbeidsovereenkomst in dienst getreden bij de Orde  van Advocaten in het Arrondissement Gelderland (hierna: de Orde). Tussen werkneemster en de Orde bestaat sinds 1 januari 2005 een pensioenovereenkomst betreffende een aanvullend pensioen bij Centraal Beheer. De pensioendatum van werkneemster is op 25 augustus 2005 door haar en de Orde bepaald op 1 juli 2018 (65-jarige leeftijd van werkneemster). Voor werkneemster geldt sinds (in ieder geval) 2018 dat zij de ingangsdatum van haar aanvullend pensioen zelf kan bepalen, namelijk op een moment tussen haar 65ste en 70ste. De pensioen(richt)leeftijd is sinds 2014 en 2018 opgetrokken tot uiteindelijk 68 jaar. Partijen hebben de arbeidsovereenkomst schriftelijk vastgelegd op 26 oktober 2005. Over het einde van de arbeidsovereenkomst is een pensioenontslagbeding opgenomen. Partijen hebben in september 2019 overleg gevoerd over de ingangsdatum van het pensioen van werkneemster en het einde van het dienstverband. De insteek van de Orde was dat het dienstverband van werkneemster eindigde op 6 november 2019, de nu geldende AOW-gerechtigde leeftijd van werkneemster, namelijk 66 jaar en 4 maanden. De andersluidende insteek van werkneemster was dat zij gerechtigd is en ook de wens heeft om tot 6 juli 2021 (als zij 68 jaar wordt) door te werken. Per brief van 27 september 2019 heeft de Orde aan werkneemster medegedeeld dat zij op 6 november 2019 de geldende AOW-leeftijd (66 jaar en 4 maanden) bereikt en dat dinsdag 5 november daarom haar laatste werkdag is. Werkneemster verzoekt betaling van een transitievergoeding, een billijke vergoeding en een gefixeerde schadevergoeding.

Oordeel

Deze zaak gaat om uitleg van het pensioenontslagbeding in de in 2005 gesloten arbeidsovereenkomst. Het gaat daarbij om uitleg van ‘de pensioengerechtigde leeftijd’. Dat moet worden bepaald aan de hand van het Haviltex-criterium. De volgende omstandigheden zijn van belang. Toen het beding werd overeengekomen bestond er slechts één pensioengerechtigde leeftijd en dat was de AOW-leeftijd van 65 jaar. Deze vaststaande leeftijd viel samen met de leeftijd vanaf wanneer werknemers van de Orde recht hadden op aanvullend pensioen. Pas vanaf 2014 zijn deze leeftijden niet meer per definitie aan elkaar gelijk. De pensioenleeftijden in zowel de AOW als in aanvullende pensioenovereenkomsten zijn verhoogd, maar niet in gelijke mate. De leeftijden in beide regelingen vallen dus niet meer samen. Aangezien de AOW-leeftijd ook nu nog steeds vast staat, net als ten tijde van het aangaan van de arbeidsovereenkomst, ligt het voor de hand dat met pensioengerechtigde leeftijd deze vaststaande leeftijd is bedoeld en niet de pensioen(richt)leeftijd van het werkgeverspensioen nu die afhangt van de keuze van de werkneemster. Partijen zijn er tot 2014 van uitgegaan dat de vastgestelde AOW-leeftijd gold als einde van het dienstverband. Ook na 2014, na de verhoging van de pensioenleeftijden, gingen partijen er beiden consequent van uit dat werkneemster zou stoppen op de voor haar geldende AOW-gerechtigde leeftijd. Werkneemster is jarenlang regelmatig bezig geweest om haar pensioenvoorziening in kaart te brengen en te verbeteren en is goed bekend met haar rechten en plichten op dat gebied. Ten slotte past in het systeem van het Nederlandse ontslagrecht dat het einde van een dienstverband in beginsel samenvalt met de AOW-leeftijd. Bovengenoemde omstandigheden in onderlinge samenhang bezien maken dat de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan het beding mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, is dat de pensioengerechtigde leeftijd de AOW-leeftijd is.