Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 12 maart 2020
ECLI:NL:GHSHE:2020:938
Feiten
Werknemer is op 1 september 2006 in dienst getreden bij Vitalis. Werkneemster houdt zich in haar vrije tijd onder meer bezig met het organiseren van kien-avonden (een soort bingo). In het kader daarvan heeft zij vaak contante geldbedragen onder zich, die zij bewaart in de in haar woning aanwezige kluis. Werkneemster heeft contant geld dat aan Vitalis toebehoorde, mee naar huis genomen en daar bewaard. Zij wisselde dit geld om met grote coupures die zij uit hoofde van de kien-avonden onder zich had. Op 14 januari 2019 heeft werkneemster zich ziek gemeld. Vitalis wilde op 14 januari 2019 een kas- en kluiscontrole uitvoeren, maar werkneemster heeft ondanks verzoek de code van die kluis niet verstrekt. Op 15 januari 2019 heeft Vitalis de grote kluis geopend en enkel rollen muntgeld en andere papieren aangetroffen. Op 16 januari 2019 hebben medewerkers werkneemster bezocht en heeft zij de codes van de kluizen gegeven. Dezelfde dag is werkneemster naar de locatie gereden om een envelop met geld in de kluis te leggen en toen zij thuis was heeft zij haar leidinggevende gebeld en gesproken over een bedrag van € 25.000 dat in de kluis aanwezig zou zijn. Vitalis heeft werkneemster na het aantreffen van de € 25.000 op non-actief gesteld en een onderzoeksbureau ingeschakeld. Nadat de onderzoeksresultaten met werkneemster waren besproken, is zij op staande voet ontslagen. Werkneemster heeft in eerste aanleg vernietiging van het gegeven ontslag gevorderd. Dit is afgewezen. Werkneemster komt tegen de beschikking is hoger beroep.
Oordeel
Het hof is van oordeel dat het gegeven ontslag onverwijld is gegeven. Hoewel Vitalis er 16 januari 2019 bekend mee was dat werkneemster zonder toestemming geld mee had genomen, waren er toen nog onduidelijkheden. Die onduidelijkheden rechtvaardigen dat Vitalis een onderzoeksbureau heeft ingeschakeld. Dat daarmee enige tijd gemoeid was, is niet onbegrijpelijk.
Dringende reden
Het hof is van oordeel dat het zonder toestemming mee naar huis nemen van een bedrag van minimaal € 25.000, een dermate ernstige handeling is, dat van Vitalis redelijkerwijs niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Ook als het meenemen van de gelden is gebeurd zonder kwade bedoelingen, voor werkneemster klaarblijkelijk inmiddels bestendig gebruik was en zij voorts nooit op haar manier van administreren is aangesproken, maakt dit het oordeel niet anders. Werkneemster heeft moeten begrijpen dat het meenemen van gelden die aan Vitalis toebehoren, en dan zeker in deze grote hoeveelheden, niet door Vitalis kan worden geduld. Met de kantonrechter is het hof van oordeel dat het heimelijke gedrag van werkneemster – zonder toestemming veel geld mee naar huis nemen, niet meteen de kluiscodes geven, het proberen onopgemerkt een envelop met geld terug in de grote kluis te leggen, niet direct openheid van zaken geven over het nog ontbrekende geld terwijl het geld in haar eigen kluis naar eigen zeggen uitsluitend van Vitalis kon zijn – impliceert dat zij zich er wel degelijk van bewust was dat haar handelen niet door de beugel kon. Ook valt werkneemster te verwijten dat zij substantiële geldbedragen mee naar huis heeft genomen zonder te administreren hoeveel geld het betrof, zodat niet meer exact te achterhalen is welk bedrag zij aan Vitalis moet terugbetalen. De kantonrechter heeft naar het oordeel van het hof terecht geoordeeld dat sprake is van een dringende reden voor het ontslag. Bovendien is haar handelen ernstig verwijtbaar en komt haar om die reden geen transitievergoeding toe.