Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 31 maart 2020
ECLI:NL:GHDHA:2020:728
Feiten
Werknemer is sinds 2012 bij Schoonmaakbedrijf in dienst als schoonmaker bij een vleeswerkingsbedrijf. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf van toepassing. Op basis van de cao dient een werknemer in een loongroep te worden ingedeeld met inachtneming van de referentiefuncties. Voor de functies Medewerker Schoonmaakonderhoud industrieel I en II zijn in het toepasselijke NOK-schema beschrijvingen opgenomen en ingevolge bijlage II van de cao krijgt de Medewerker Schoonmaaktonderhoud industrieel II een functietoeslag van 5% bovenop het voor beide functies geldende salaris in loongroep 1. Werknemer heeft in eerste aanleg onder meer betaling gevorderd van achterstallig loon, te weinig ontvangen toeslagen en de eindejaarsuitkering. De kantonrechter heeft slechts de meest subsidiaire vordering – achterstallig salaris op basis van een 36-urige werkweek – gedeeltelijk toegewezen. Werknemer komt tegen het vonnis in hoger beroep.
Oordeel
Werknemer meent dat hij recht heeft op betaling conform loongroep 1 plus een functietoeslag van 5%. Tussen partijen is in geschil of de functie-indeling correct heeft plaatsgevonden. Partijen hebben geen door hen (beiden) geaccordeerde functiebeschrijving overgelegd en zijn het klaarblijkelijk niet eens over de beschrijving van de functie van werknemer. Het hof beschikt over onvoldoende informatie om een oordeel te geven over de functie-indeling en geeft partijen opdracht tot het vertrekken van nadere informatie. Ten aanzien van het aantal gewerkte uren – werknemer stelt dat hij 40 dan wel 38 uur per week werkt, in tegenstelling tot de in de arbeidsovereenkomst opgenomen 36 uur – wil het hof weten of werknemer zijn vorderingen wil aanpassen, nu een collega, bij wie door de kantonrechter was vastgesteld dat hij 38 uur per week werkte, zijn hoger beroep heeft ingetrokken. Verder dient werknemer een schriftelijke toelichting te verstrekken op zijn berekeningen met betrekking tot de toeslag bijzondere uren en een gedetailleerde specificatie van de gevorderde nabetaling. De informatie dient per akte te worden overgelegd en dit zal tijdens de comparitie verder worden besproken. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.