Naar boven ↑

Rechtspraak

VTS Constructions B.V./werknemer
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie Eindhoven), 1 april 2020
ECLI:NL:RBOBR:2020:1942
Er bestaat voldoende grond om werknemer te verbieden klanten van ex-werkgeefster te benaderen met commerciƫle doeleinden voor zover hij daarbij gebruikmaakt van technische informatie over de producten die de klanten bij ex-werkgeefster hebben afgenomen.

Feiten

VTS Constructions B.V. (hierna: VTS) drijft een onderneming die zich onder meer bezighoudt met de ontwikkeling van rupsmobiele oplossingen op diverse toepassingsgebieden. Werknemer is op 14 januari 2013 bij VTS in dienst getreden in de functie van Sales Engineer. In de arbeidsovereenkomst is een relatie-, concurrentie- en geheimhoudingsbeding opgenomen. Het concurrentie- en relatiebeding golden tot één jaar na het eindigen van de arbeidsovereenkomst. In 2018 is de functie van werknemer gewijzigd naar salesmanager. Bij brief van 24 september 2018 heeft werknemer de arbeidsovereenkomst met VTS opgezegd tegen 1 november 2018. Vanaf 1 januari 2020 is werknemer werkzaamheden gaan verrichten voor HTS. HTS drijft een groothandel in rupsonderstellen en is een concurrent van VTS. Op 25 en 28 februari 2020 heeft VTS ten laste van onder meer werknemer conservatoir bewijsbeslag gelegd. VTS stelt in dat kader dat werknemer het geheimhoudingsbeding uit de arbeidsovereenkomst heeft overtreden door tekeningen en klantgegevens van VTS aan HTS te verstrekken. VTS vordert werknemer te verbieden om gedurende een periode van drie en een half jaar zakelijke relaties van VTS in het algemeen en de relaties vermeld op de overgelegde lijst met commerciële doelstellingen te benaderden en/of zakelijk contact met hen te hebben.

Oordeel

De looptijd van het concurrentie- en relatiebeding is inmiddels verstreken. Dat betekent dat het werknemer in beginsel vrij staat om zijn voormalige werkgever te beconcurreren. Dat neemt niet weg dat de concurrentie onder omstandigheden toch onrechtmatig kan zijn (HR 9 december 1955, NJ 1956/157). Naar het oordeel van de kantonrechter zijn er concrete aanwijzingen om aan te nemen dat daarvan sprake is. Werknemer had als engineer kennis en toegang tot technische en klantgebonden informatie. VTS heeft ook voldoende aannemelijk gemaakt dat dit was op basis van vertrouwelijkheid. Zij stelt dat de informatie wordt opgeslagen in een digitale kluis waartoe slechts een beperkt aantal van haar medewerkers toegang heeft. Vast staat dat werknemer namens HTS eind 2019 een offerte voor een rupsonderwagen heeft uitgebracht aan een klant van VTS. Uit het feit dat namens HTS een rupsonderwagen wordt geoffreerd blijkt dat de door HTS aangeboden diensten verder gaan dan alleen het door haar gestelde leveren van losse onderdelen. De geoffreerde rupsonderwagen is volgens werknemer in de e-mail ‘1 op 1 uitwisselbaar met die van VTS. Alle rollen, wielen, tracks, aandrijvingen hebben dezelfde maten en specificaties, zie ook tekening’. De offerte is dus gedaan met kennis van het technische ontwerp van de oorspronkelijk door VTS geleverde rupsonderwagen. Naar het oordeel van de kantonrechter bestaan concrete aanwijzingen dat werknemer bezig is om klanten van VTS te benaderen om hen met gebruikmaking van vertrouwelijk bij VTS verkregen informatie ertoe te bewegen over te stappen naar HTS. Er bestaat voldoende grond om werknemer te verbieden klanten van VTS te benaderen met commerciële doeleinden voor zover hij daarbij gebruikmaakt van technische informatie over de producten die de klanten bij VTS hebben afgenomen. De vorderingen van VTS zullen daarom in zoverre worden toegewezen.