Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Thales Transportation Systems B.V.
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 24 april 2020
ECLI:NL:RBGEL:2020:2504
Bedreiging en fysiek geweld jegens collega’s levert een dringende reden voor ontslag op staande voet op. Verzoek om billijke vergoeding, transitievergoeding en vergoeding wegens onregelmatige opzegging afgewezen. Gefixeerde schadevergoeding toegewezen.

Feiten

Werknemer is vanaf 1 november 2018 werkzaam bij Thales Transportation Systems B.V. (hierna: Thales) op basis van een uitzendovereenkomst. Per 1 oktober 2019 is werknemer op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst gekomen van Thales. Werknemer heeft vanaf 8 december diverse klachten naar zijn teamleider gecommuniceerd en op 7 januari 2020 vindt er een telefonische woordenwisseling plaats tussen werknemer en zijn teamleider, waarna werknemer zich ziek heeft gemeld. Vervolgens vindt wederom via whatsapp een woordenwisseling plaats tussen werknemer en de teamleider, waarbij over uitdiensttreding is gesproken. Na contact met de HR-medewerker heeft werknemer zich op 13 januari 2020 op kantoor gemeld, waarna een incident plaats heeft gevonden doordat werknemer een aantal collega’s agressief heeft benaderd. Op diezelfde dag heeft werknemer zijn teamleider telefonisch bedreigd. Bij brief van 13 januari 2020 wordt werknemer op staande voet ontslagen. In deze procedure verzoekt werknemer vernietiging van dit ontslag op staande voet, dan wel betaling van een billijke vergoeding, de transitievergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging. Thales verzoekt bij wijze van (voorwaardelijk) tegenverzoek betaling van een gefixeerde schadevergoeding en ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verwijtbaar handelen of een verstoorde arbeidsverhouding.

Oordeel

Ontslag op staande voet

Niet in geschil is dat Thales het ontslag op staande voet en de gronden daarvoor onverwijld aan werknemer heeft medegedeeld. De gebeurtenissen van 13 januari 2020 worden onderschreven door de toen aanwezige werknemers van Thales die daarover schriftelijk hebben verklaard. Werknemer heeft hiertegen aangevoerd dat hij zich van het gebeurde op 13 januari 2020 niets meer kan herinneren. Hij stelt dat hem van de betreffende gedragingen geen verwijt kan worden gemaakt, omdat hij ziek was. De kantonrechter volgt werknemer hierin echter niet en oordeelt dat Thales als goed werkgever heeft gehandeld bij de mogelijke opzegging door werknemer. Tot een opzegging is het echter niet gekomen omdat werknemer na de incidenten van 13 januari 2020 op staande voet is ontslagen. De kantonrechter neemt de beschrijving van de gebeurtenissen zoals weergegeven in de brief van Thales van 13 januari 2020 als uitgangspunt; werknemer heeft op 13 januari 2020 een aantal van zijn collega’s zonder enige aanleiding bedreigd. Bovendien is sprake geweest van fysiek geweld. Werknemer stelt weliswaar dat hij op 13 januari 2020 als gevolg van ziekte en in een hevige gemoedstoestand heeft gehandeld, doch hiervoor ontbreekt een medische verklaring. Nog daargelaten dat ook in het geval van een eventuele ziekte de uitbarsting van werknemer op 13 januari 2020 buiten proportioneel is geweest. Dit leidt ertoe dat genoegzaam is komen vast te staan dat werknemer zich op 13 januari 2020 jegens Thales zodanig heeft misdragen dat dit een dringende reden oplevert. De door werknemer geschetste persoonlijke omstandigheden en de ingrijpende gevolgen van het ontslag op staande voet, waaronder het wegvallen van inkomen, zijn door de kantonrechter meegewogen, maar kunnen niet tot een ander oordeel leiden. Het verzoek van werknemer tot vernietiging van het ontslag op staande voet wordt daarom afgewezen.

Vergoedingen

Nu geen sprake is van een onregelmatige opzegging, oordeelt de kantonrechter dat geen grondslag bestaat voor toekenning van een billijke vergoeding. De verzochte vergoeding wegens onregelmatige opzegging wordt eveneens afgewezen. Tot slot wordt ook de gevorderde transitievergoeding afgewezen, omdat de kantonrechter van oordeel is dat het gedrag  van werknemer dusdanig ernstig is dat hem daarvan een ernstig verwijt kan worden gemaakt.

Voorwaardelijk tegenverzoek

Werknemer heeft Thales een dringende reden gegeven om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen. Als gevolg hiervan is werknemer een vergoeding verschuldigd. Thales heeft onweersproken aangevoerd dat deze gefixeerde schadevergoeding een bedrag van € 3.830,53 bruto bedraagt, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en 14% ORT, zodat dit bedrag zal worden toegewezen als gevorderd. Ten aanzien van het voorwaardelijk ontbindingsverzoek van Thales neemt de kantonrechter de beschikkingen inzake Mediant en Vlisco van de Hoge Raad in overweging. De kantonrechter komt met inachtneming hiervan tot het oordeel dat in de onderhavige procedure, waarin is geoordeeld dat het ontslag op staande voet stand houdt, niet tevens plaats is voor een voorwaardelijk verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, ingesteld voor het geval in hoger beroep de arbeidsovereenkomst wordt hersteld. Dit betekent dat het voorwaardelijk ontbindingsverzoek wordt afgewezen.