Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/S.I.M. Staalindustrie B.V.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 23 juni 2020
ECLI:NL:GHSHE:2020:1902
Omdat het UWV de aan werknemer uitgekeerde bedragen zal verhalen op werkgeefster nu blijkt dat werkgeefster over de uitkeringsperiode een loondoorbetalingsverplichting heeft, zal de loonvordering van werknemer worden toegewezen.

Feiten

In het tussenarrest van 22 november 2016 heeft het hof onder meer overwogen dat het geschil tussen partijen in de kern de volgende punten betreft: (1) was werknemer op 27 maart 2013, toen hij zich beter meldde, in staat om zijn eigen werkzaamheden als bankwerker bij SIM te verrichten?, (2) is werknemer thans, met het oog op de gevorderde wedertewerkstelling, in staat om zijn eigen werkzaamheden als bankwerker bij SIM te verrichten?, (3) waren er op 27 maart 2013 bij SIM mogelijkheden voor werknemer om ander passend werk te verrichten en, zo ja, was SIM gehouden hem in die werkzaamheden weder te werk te stellen?, (4) zijn er thans, met het oog op de gevorderde wedertewerkstelling, bij SIM mogelijkheden voor werknemer om ander passend werk te verrichten en, zo ja, is SIM gehouden hem in de werkzaamheden weder te werk te stellen? Het hof heeft het geraden geacht zich over de geschilpunten nader te laten voorlichten en daartoe een deskundigenbericht te gelasten. Achtereenvolgens hebben Devilée, Kruithof en Audenaerde hun onderzoek verricht en ieder voor zich een rapport opgesteld, waarin zij antwoord hebben gegeven op de hun voorgelegde vragen.

Oordeel

Het hof is op grond van de inhoud van de deskundigenberichten van Devilée, Kruithof en Audenaerde, in hun onderlinge verband en samenhang beschouwd, van oordeel dat werknemer op 27 maart 2013, toen hij zich beter meldde, in staat was om zijn eigen werkzaamheden als bankwerker bij SIM te verrichten, en dat werknemer nu, met het oog op de gevorderde wedertewerkstelling, in staat wordt geacht om zijn eigen werkzaamheden als bankwerker bij SIM te verrichten.

Loonvordering

Anders dan SIM heeft bepleit, is het hof van oordeel dat werknemer op 27 maart 2013, zoals ook uit de rapportages van de door het hof benoemde deskundigen blijkt, volledig in staat moest worden geacht tot het verrichten/hervatten van de bedongen arbeid. Er is dan ook geen grond om de loonvordering te beperken op grond van verminderde loonwaarde. Dat werknemer destijds in het kader van het starten met de werkhervatting heeft voorgesteld te beginnen met het werken van vier uur per dag, wat na een langdurige afwezigheid als waarvan hier sprake was naar het oordeel van het hof niet alleen gebruikelijk maar ook verstandig was, doet hier niet aan af. Omdat het UWV de aan werknemer uitgekeerde bedragen zal verhalen op SIM nu blijkt dat SIM over de uitkeringsperiode een loondoorbetalingsverplichting heeft, zal de loonvordering van werknemer worden toegewezen.