Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 22 juni 2020
ECLI:NL:RBNHO:2020:4242
Feiten
KLM Catering Services Schiphol B.V. (hierna: KCS) is een bedrijf dat cateringactiviteiten verzorgt ten behoeve van luchtvaartmaatschappijen. Werknemer is sinds 15 oktober 1994 bij KCS in dienst. KCS werkt met een gedragscode, waarin expliciet is opgenomen dat het zich onrechtmatige toe-eigenen van eigendommen van KCS of haar klanten niet is toegestaan en tot ontslag op staande voet leidt. Per 1 september 2019 hebben medewerkers eenmalig een ‘dopper’ gekregen, waaruit zij kunnen drinken. Het gebruik van andere drinkflesjes is vanaf die datum niet meer toegestaan. Op 10 oktober 2019 heeft KCS werknemer op staande voet ontslagen. Dit ontslag is aan werknemer bevestigd bij brief van dezelfde dag, waarin KCS als reden heeft opgenomen dat werknemer een waterflesje in zijn persoonlijke dopper heeft leeggegoten, waarmee hij zich dit waterflesje onrechtmatig heeft toegeëigend. In deze procedure verzoekt werknemer vernietiging van het ontslag op staande voet, alsmede wedertewerkstelling en betaling van achterstallig loon. Subsidiair verzoekt werknemer betaling van de transitievergoeding en een billijke vergoeding.
Oordeel
Werknemer heeft erkend dat hij het flesje water in zijn dopper heeft gegoten. KCS heeft aan het gegeven ontslag op staande voet ten grondslag gelegd dat deze handeling in strijd is met het sinds jaar en dag door KCS gevoerde en bij de medewerkers bekende strenge beleid inzake onrechtmatige toe-eigening. De kantonrechter is van oordeel dat het ontslag op staande voet onverwijld is gegeven. De gebeurtenis met het flesje water heeft op 10 oktober 2019 rond 14.30 uur plaatsgevonden en het ontslag is diezelfde dag mondeling aan werknemer meegedeeld en schriftelijk bevestigd. KCS heeft dus voldoende voortvarend gehandeld. Het standpunt van werknemer dat onvoldoende onderzoek is gedaan en geen hoor en wederhoor heeft plaatsgevonden wordt door de kantonrechter niet gevolgd. Verder oordeelt de kantonrechter dat eveneens sprake is van een dringende reden voor ontslag op staande voet. KCS heeft voldoende aangetoond dat zij al jarenlang een streng beleid voert dat is neergelegd in de gedragscode en dat inhoudt dat het zich toe-eigenen van andermans zaken, ook als het zaken van geringe waarde betreft, tot ontslag op staande voet leidt. Dat KCS ook daadwerkelijk uitvoering geeft aan dit beleid wordt eveneens ondersteund. Ook werknemer moet naar het oordeel van de kantonrechter geacht worden met het strenge beleid van KCS en de regels omtrent het gebruik van de dopper bekend te zijn geweest. Ook de wijze waarop werknemer zich het water uit het Thononflesje heeft toegeëigend vormt een aanwijzing dat hij van het beleid van KCS op de hoogte was. Blijkens een verklaring van de veiligheidsdeskundige blijkt dat werknemer het flesje in een krat – stiekem – overgoot. Door aldus in strijd met de bij KCS geldende en hem kenbare regels de inhoud van het flesje Thonon in zijn bidon over te gieten, heeft werknemer naar het oordeel van de kantonrechter in ernstige mate de verplichtingen veronachtzaamd die de arbeidsovereenkomst hem oplegt. Van omstandigheden die het gedrag van werknemer rechtvaardigen is niet gebleken. Gelet op het klemmende karakter van beleid doen de door werknemer aangevoerde omstandigheden naar het oordeel van de kantonrechter niet af aan de gerechtvaardigdheid van het ontslag op staande voet, hoezeer op zich ook kan worden betreurd dat werknemer dit noodlottige moment is overkomen. Nu de kantonrechter van oordeel is dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven, zal het primaire verzoek van werknemer om vernietiging van dat ontslag, wedertewerkstelling en doorbetaling van loon worden afgewezen. Hetzelfde geldt voor het subsidiaire verzoek om toekenning van een billijke vergoeding en een transitievergoeding, omdat het eindigen van de arbeidsovereenkomst van werknemer het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen door werknemer.