Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Gemeente Den Haag
Rechtbank Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 1 juli 2020
ECLI:NL:RBDHA:2020:6156
Terecht ontslag op staande voet in verband met schending van de ambtelijke integriteit door het goedkeuren van valse facturen. Vernietiging afgewezen.

Feiten

Werknemer is op 1 juni 2010 in dienst getreden bij de gemeente Den Haag en is werkzaam in de functie van controller. Op 23 december 2019 ontving een medewerker van de Handhavingsorganisatie via het door de gemeente gebruikte administratieve systeem het verzoek van werknemer om een factuur van ZSN ter hoogte van € 72.585,48 goed te keuren. Omdat ZSN onbekend was, zijn medewerkers van de gemeente verder in het administratieve systeem gaan zoeken. Zij hebben vervolgens nog een aantal bedrijven aangetroffen, die zij als verdacht hebben aangemerkt. Daarop heeft de afdeling Internal Audit op 30 december 2019 een scan laten uitvoeren in verband met mogelijke onregelmatigheden in de facturatie. Naar aanleiding hiervan heeft de gemeente op 8 januari 2020 besloten een integriteitsonderzoek naar werknemer te starten. Op 3 maart 2020 heeft de bedrijfsrecherche een rapport uitgebracht, waaruit blijkt dat werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere integriteitsschendingen. Werknemer had een actieve rol bij het facturatieproces terwijl dit niet bij zijn functie hoorde en het totale bedrag dat is betaald vanwege deze (onterechte) bemoeienis van werknemer bedraagt vermoedelijk € 1.778.362,22. Op 4 maart 2020 is werknemer door de gemeente op staande voet ontslagen. Werknemer verzoekt vernietiging van dit ontslag op staande voet en maakt subsidiair aanspraak op een billijke vergoeding. De gemeente verzoekt bij wijze van tegenverzoek (voorwaardelijke) ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer.

Oordeel

Naar het oordeel van de kantonrechter is het ontslag op staande voet rechtsgeldig. Als controller is werknemer niet bevoegd om facturen in het systeem in te voeren, goed te keuren of uit te laten betalen. Hoewel hij hiertoe geen mandaat had, heeft werknemer toch facturen goedgekeurd. Voorts zorgde werknemer er in voorkomende gevallen voor dat hij de inkooporder voor leveranciers aanmaakte, zodat hij de facturen zelf kon fiatteren. Werknemer kon op deze wijze buiten bemoeienis van anderen om, facturen accorderen. Uit het onderzoek van de bedrijfsrecherche volgt dat 58 facturen met in totaal een bedrag van € 1.778.363,33 aan de gemeente zijn gefactureerd. Voor deze facturen zijn (deels) géén werkzaamheden verricht. Werknemer heeft bij al deze facturen een (sleutel)rol gespeeld door een bedrijf als nieuwe leverancier op te voeren, facturen te laten inboeken, facturen te fiatteren of collega’s daartoe opdracht te geven. De gemeente heeft in haar verweerschrift een aantal van deze facturen nader geconcretiseerd. Voorts heeft de gemeente gewezen op het onderlinge verband tussen de twaalf bedrijven door wie gefactureerd is. Zeven van deze bedrijven zijn op dezelfde plaats gevestigd; het adres van de buurman van werknemer. De kantonrechter oordeelt dat werknemer de stelling van de gemeente dat voor het grootste gedeelte van de facturen geen tegenprestatie heeft plaatsgevonden onvoldoende gemotiveerd weersproken. Er bestonden slechts drie of vier prestatieverklaringen en de bedrijven waren onbekend binnen de gemeente. De kantonrechter acht het aannemelijk dat werknemer de facturen onder valse voorwendselen heeft gemaakt/ingediend/betaald. Dit heeft geleid tot grote schade bij de gemeente. Werknemer heeft hiermee in strijd gehandeld met de interne werkprocessen en de gedragscode van de gemeente. Hij heeft bij zijn handelen misbruik gemaakt van zijn positie van controller en het vertrouwen dat de gemeente en haar medewerkers in werknemer stelden. Werknemer heeft de ambtelijke integriteit geschonden. De conclusie is dan ook dat de kantonrechter een dringende reden voor het ontslag op staande voet aanwezig acht. Nu het ontslag op staande voet rechtsgeldig is, zal het verzoek van de werknemer om vernietiging van dat ontslag worden afgewezen. Aan het voorwaardelijk ingediende tegenverzoek wordt bij deze stand van zaken niet toegekomen.