Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Onstream Project Services B.V.
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Alkmaar), 24 juni 2020
ECLI:NL:RBNHO:2020:4968
Werknemer heeft recht op jaarlijkse loonsverhogingen, zoals ook de werknemers die direct in dienst zijn deze ontvangen. Dat er geen beoordelingsgesprekken hebben plaatsgevonden komt voor rekening van werkgever.

Feiten

Werknemer is op 1 april 2009 in dienst getreden bij OPS. Werknemer is door OPS ter beschikking gesteld aan het inlenende bedrijf Noordgastransport (hierna: NGT). NGT heeft een eigen cao, die een beloningssystematiek kent. Op 15 januari 2015 heeft werknemer uiteengezet dat hij recht heeft op de inlenersbeloning zoals die is opgenomen in de cao. Bij brief d.d. 6 maart 2019 heeft OPS zich op het standpunt gesteld dat het salaris van werknemer minimaal gelijk is aan het salaris dat hij zou verdienen indien hij rechtstreeks in dienst zou zijn van NGT. Werknemer heeft hierop gereageerd. OPS heeft op 11 mei 2019 laten weten dat zij bereid is het intern loongebouw aan te passen op de NGT cao. De loonsverhogingen zullen worden toegepast met ingang van 1 januari 2019.  Op 16 mei 2019 heeft werknemer aanspraak gemaakt op de loonsverhogingen, de vergoeding stralingsdeskundige en de werkgeversbijdrage ziektekostenverzekering over vijf jaar en de verjaring van deze aanspraak gestuit. OPS heeft in de brief van 18 juni 2018 bericht dat zij afhankelijk is van informatie die NGT aan haar verstrekt over de inlenersbeloning en dat zij het salaris met terugwerkende kracht vanaf 1 februari 2018 zal aanpassen naar € 3.177,79 bruto en vanaf 1 juli 2018 naar € 3.241,35 bruto. Werknemer heeft zijn vordering gehandhaafd. In onderhavige procedure vordert werknemer onder andere achterstallige inlenersbeloning.

Oordeel

OPS heeft de loonsverhogingen per januari en per juli vanaf 1 februari 2018 nabetaald, maar daarvan stelt zij dat dit onverplicht was. De kern van het geschil tussen partijen betreft de vraag of werknemer de juiste inlenersbeloning ontving en ontvangt, waarbij het gaat om de aanspraken van werknemer op de jaarlijkse cao-verhogingen, de verhogingen in verband met de beoordeling van het functioneren, de vergoeding stralingsdeskundige en de werkgeversbijdrage zorgverzekering. De kantonrechter stelt voorop dat uitgangspunt is dat uitzendkrachten recht hebben op de inlenersbeloning. Volgens OPS is de beloning van werknemer ten minste gelijk aan de beloning die hij zou hebben ontvangen indien hij rechtstreeks in dienst zou zijn geweest van NGT. Het loongebouw van NGT heeft namelijk geen treden binnen de toepasselijke salarisschaal, maar alleen een minimum- en maximumsalaris. De beloning van werknemer was altijd binnen deze bandbreedte. De kantonrechter volgt OPS hierin niet. In het geval werknemer rechtstreeks in dienst zou zijn van NGT, zou hij op grond van de NGT cao recht hebben op loonsverhogingen per 1 juli en afhankelijk van zijn functioneren per 1 januari, totdat het maximumsalaris in de salarisschaal zou zijn bereikt. Het inkomen van werknemers van NGT stijgt dan ook jaarlijks tot in ieder geval het maximumsalaris in de betreffende salarisschaal. Met die situatie moet de beloning van werknemer door OPS worden vergeleken. Dat de beloning van werknemer altijd binnen de bandbreedte van het minimum- en maximumsalaris is gebleven, is niet voldoende en kan dan ook niet als uitgangspunt gelden. Werknemer heeft recht op de jaarlijkse loonsverhogingen.

Opzet dan wel kennelijk misbruik

OPS heeft een beroep gedaan op artikel 20 lid 5 ABU cao, zoals dit artikel gold tot 1 februari 2018, op grond waarvan toepassing van de inlenersbeloning nooit wordt aangepast met terugwerkende kracht, behalve als er sprake is van opzet dan wel kennelijk misbruik. Deze bepaling is daarna ruimer geformuleerd op grond waarvan OPS aanleiding heeft gezien de inlenersbeloning tot 1 februari 2018 met terugwerkende kracht aan te passen. Voor de situatie voor 1 februari 2018 gaat het dan ook om de vraag of sprake is geweest van opzet of kennelijk misbruik. Voor een geslaagd beroep op artikel 20 lid 5 ABU Cao is vereist dat OPS informatie heeft gevraagd en verkregen van inlener NGT over onder meer de hoogte van het loon en loonsverhogingen. OPS heeft onvoldoende gesteld dat zij dergelijke informatie heeft gevraagd of verkregen. Daarom komt aan OPS geen geslaagd beroep toe op het ontbreken van terugwerkende kracht op basis van artikel 20 lid 5 ABU Cao.

Loonverhogingen

Vervolgens wordt toegekomen aan de vraag of werknemer recht heeft op loonsverhogingen per januari van 2,5 %, ondanks het ontbreken van een beoordeling van zijn functioneren. De kantonrechter is van oordeel dat het feit dat de beoordelingen niet hebben plaatsgevonden voor rekening komt van OPS. Ervan uitgaande dat er overeenkomstig de cao was gehandeld, zou er een jaarlijkse beoordeling hebben plaatsgevonden.