Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 20 mei 2020
ECLI:NL:RBROT:2020:6278
Feiten
Werkneemster is in dienst van Van Leeuwen Schoonmaak VLS B.V. (hierna: VLS). Werkneemster verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst. VLS refereert zich aan het oordeel van de kantonrechter.
Oordeel
Ter zitting is gebleken dat partijen het er in feite over eens zijn dat door alle verwikkelingen die hebben plaatsgevonden tussen partijen de arbeidsverhouding zodanig verstoord is geraakt dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst in redelijkheid niet van werkneemster kan worden gevergd. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 juli 2020. Ter zitting hebben partijen overeenstemming bereikt over de hoogte van de aan werkneemster toekomende beëindigingsvergoeding, aangezien VLS zich bereid heeft verklaard aan haar een vergoeding te betalen ten bedrage van € 9.000 bruto. De transitievergoeding is bij dat bedrag inbegrepen. VLS wordt veroordeeld tot betaling van voornoemd bedrag.