Feiten

Werkneemster is op 1 oktober 1990 in dienst getreden van (de rechtsvoorganger van) Stichting Bindkracht10, een maatschappelijke organisatie, in de functie van sociaal werker. Op 14 december 2016 heeft werkneemster zich ziek gemeld. In het actueel oordeel bij de probleemanalyse WIA van 19 september 2018 heeft de bedrijfsarts geoordeeld dat geen sprake is van mogelijkheden voor passend werk bij de eigen werkgever, en werkneemster is aangemeld voor re-integratie in het tweede spoor. Medio 2019 heeft het UWV geoordeeld dat werkneemster geen recht heeft op een WIA-uitkering, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Het UWV oordeelde verder dat werkneemster ongeschikt is voor haar eigen werk wegens overschrijding van de belastbaarheid. Bij beslissing van 23 december 2019 heeft het UWV de door Bindkracht10 ingediende ontslagaanvraag in verband met langdurige arbeidsongeschiktheid van werkneemster geweigerd. Het UWV heeft geoordeeld dat sprake is van een opzegverbod omdat niet is gebleken dat het lidmaatschap van de OR van werkneemster op de datum van de beslissing langer dan twee jaar is beëindigd. Bindkracht10 verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden op de b-grond.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt allereerst dat van een opzegverbod niet langer sprake is, nu onbetwist is dat het OR-lidmaatschap van werkneemster in ieder geval op 1 april 2020 langer dan twee jaar was beëindigd. Daarnaast is genoegzaam gebleken dat werkneemster niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten als gevolg van ziekte en/of gebreken. Of herstel van werkneemster binnen 26 weken kan worden verwacht, moet worden afgeleid uit het actueel oordeel van de bedrijfsarts van 27 februari 2020. De bedrijfsarts schrijft dat er thans nog steeds beperkingen gelden en dat er bij langdurige overbelasting opnieuw beperkingen kunnen ontstaan. Dat herstel binnen 26 weken kan worden verwacht blijkt niet uit het actueel oordeel. Werkneemster heeft geen stukken in het geding gebracht die tot een ander oordeel kunnen leiden. Bindkracht10 heeft voorts voldoende aannemelijk gemaakt dat de bedongen arbeid niet binnen 26 weken passend kan worden gemaakt en dat dit, vanuit financieel oogpunt, ook niet van haar kan worden verlangd. De arbeidsdeskundige heeft in een rapport van 10 december 2018 onder meer geschreven dat de hectiek en mate van onvoorspelbaarheid van kinderen ertoe leidt dat de hoge werkdruk op locatie zich moeilijk laat beheersen dan wel wegnemen en dat een back up in de vorm van een vaste medewerker niet aanwezig en budgettair onhaalbaar is. Voorts heeft Bindkracht10 in voldoende mate aangetoond dat zij heeft onderzocht of herplaatsing van werkneemster mogelijk is. Geconcludeerd wordt dat niet is komen vast te staan dat werkneemster binnen een redelijke termijn kan worden herplaatst in een andere passende functie, ook niet met behulp van scholing. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat het verzoek van Bindkracht10 wordt toegewezen. De arbeidsovereenkomst wordt met ingang van 1 augustus 2020 ontbonden, onder toekenning van de transitievergoeding.