Naar boven ↑

Rechtspraak

De fondsen/werkgever
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Alkmaar), 3 september 2020
ECLI:NL:RBNHO:2020:6892
Pensioenfondsen zijn bevoegd een boete/buitengerechtelijke kosten ad 15% in rekening te brengen doordat werkgever de verschuldigde premies niet tijdig heeft betaald. Het gevorderde bedrag wordt echter verminderd, omdat de gevorderde hoofdsom achteraf te hoog bleek.

Feiten

Werkgever verricht in zijn bedrijf werkzaamheden die vallen onder de Verplichtstellingsbeschikking van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 april 2015, zodat voor hem een verplichte deelname aan de Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) geldt. Op grond van het toepasselijke Uitvoeringsreglement is werkgever gehouden om zijn werknemers bij PMT aan te melden en binnen een maand indiensttredingen en uitdiensttredingen te melden. Op grond van de toepasselijke en avv-cao’s geldt een vergelijkbare plicht ten aanzien van de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Technisch Installatiebedrijf (OTIB) en de Stichting Sociaal Fonds Metaal en Techniek (FMT) (hierna gezamenlijk te noemen: de fondsen). De fondsen hebben aan werkgever facturen gezonden voor aan hen verschuldigde premies. Deze facturen heeft werkgever, ondanks aanmaningen, onbetaald gelaten. De fondsen vorderen dat de kantonrechter werkgever veroordeelt tot betaling van € 27.239,98 aan PMT, € 2.339,01 aan OTIB en € 517,08 aan FMT, vermeerderd met de wettelijke rente over de gevorderde bedragen vanaf 9 april 2019. Werkgever maakt enkel bezwaar tegen de hoogte van de gevorderde buitengerechtelijke kosten en boete en bepleit matiging en betaling in termijnen.

Oordeel

De verschuldigdheid van de aldus gevorderde premies heeft werkgever niet betwist, zodat deze worden toegewezen. De over die premies door de fondsen berekende boete en buitengerechtelijke kosten zijn wel betwist, althans ter zake is door werkgever een beroep gedaan op matiging. Op basis van de door werkgever zelf genoemde reglementen is werkgever door niet tijdige betaling van de verschuldigde premies door het enkel verloop van de betalingstermijn in verzuim geraakt en zijn de fondsen dan bevoegd om onder meer een boete/buitengerechtelijke kosten ad 15% met een bepaald minimum in rekening te brengen. Daarbij wordt tevens verstaan de premie die niet door het fonds als verschuldigd opgegeven kon worden als gevolg van de niet tijdige aanmelding van deelnemers door de werkgever, zoals in dit geschil ook aan de orde is. Werkgever heeft immers niet aan zijn informatieverplichtingen jegens de fondsen voldaan. Verder is van belang dat de fondsen de in rekening gebrachte kosten al hebben gematigd tot 10% van de hoofdsom. Als uitgangspunt geldt derhalve dat de fondsen terecht genoemde kosten hebben gevorderd. Dat werkgever nu wellicht gevolgen ondervindt van de coronacrisis maakt dat niet anders. Toen werkgever niet aan zijn informatieplicht en betalingsplicht jegens de fondsen voldeed, was van die crisis nog geen sprake. Het voorgaande geldt echter niet voor de buitengerechtelijke kosten/boete voor zover die betrekking hebben op de hoofdsom waarmee de vordering is verminderd. Nu de oorspronkelijk gevorderde hoofdsom achteraf € 6.795,17 te hoog bleek, dienen de in verband daarmee berekende buitengerechtelijke boete/kosten ook te worden verminderd. De gevorderde kosten zullen derhalve met 10% van dit bedrag (€ 679,50) worden verminderd, welk bedrag wordt verdeeld over de fondsen. Dat betekent dat van de vordering van PMT € 642,38 wordt afgewezen, van de vordering van OTIB € 30,88 en van de vordering van SFM € 6,24. De rente wordt als onbetwist toegewezen, maar wordt berekend over de oorspronkelijk gevorderde bedragen onder aftrek van de in de voorgaande zin genoemde bedragen. De kantonrechter ziet geen aanleiding om betaling in termijnen toe te staan.

  • Rechters: M. Flipse
  • Advocaten: A. Knol
  • Wetsartikelen:
  • Onderwerpen: Pensioen
  • Trefwoorden: pensioenpremies, premies, pensioenfondsen, buitengerechtelijke kosten, buitengerechtelijke boete, matiging, termijnbetaling, betalingstermijn en verzuim