Feiten

Werknemer is op 1 september 1986 in dienst getreden bij Trigion, laatstelijk als servicetechnicus. De servicetechnicus is verantwoordelijk voor het onderhouden, storingsvrij houden en aanpassen van sprinklerinstallaties conform de geldende normeringen en regelgeving. De servicetechnicus stelt wekelijks een urenstaat op van de verrichte werkzaamheden. Trigion werkt met de ‘Nemo-app’. De servicetechnicus drukt daarbij op ‘start’ als hij zijn werkzaamheden bij de klant begint en laat bij voltooiing daarvan de klant (digitaal) een handtekening zetten. Op 1 juli 2019 heeft Trigion werknemer op non-actief gesteld met behoud van salaris. Aanleiding daarvoor is een door Trigion geconstateerd verschil tussen gegevens afkomstig uit de black box in de bedrijfsbus waarmee werknemer reed en de door hem ingevulde urenstaten. In eerste aanleg heeft Trigion ontbinding gevraagd op de e-grond, hetgeen is toegewezen. Werknemer komt tegen de beschikking in hoger beroep.

Oordeel

Werknemer schrijft stelselmatig meer uren

De overgelegde overzichten uit de black box worden toegelaten tot bewijs. Voor zover al sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs heeft werknemer geen bijkomende omstandigheden gesteld die uitsluiting rechtvaardigen. Naar het oordeel van het hof staat vast dat werknemer structureel en over een langere periode meer uren op zijn urenstaten heeft geschreven dan hij heeft gewerkt. Tevens staat vast dat werknemer daarmee Trigion en haar klanten heeft benadeeld omdat werknemer betaald kreeg voor uren die hij niet werkte en niet gewerkte uren bij klanten in rekening werden gebracht c.q. werden afgeboekt op het abonnement van de klant bij Trigion. Werknemer wordt wel toegelaten om bewijs te leven dat er een instructie gold dat er zo veel mogelijk declarabele uren moesten worden geschreven en hij daarvoor de gewerkte uren zo nodig moest ‘plussen’. Uit het onderzoek van de blackboxgegevens in combinatie met zijn urenstaten is verder (onweersproken) naar voren gekomen dat werknemer in afwijking van de weekplanning zelf de volgorde van zijn werkzaamheden bepaalde. Als onbetwist staat verder vast dat werknemer eveneens in strijd met de instructies heeft gehandeld door de bij de klant bestede tijd op zijn urenstaat te schrijven bij de dag dat hij volgens de planning bij deze klant moest zijn, hoewel hij de betreffende klant al eerder in de week heeft bezocht. Het hof acht Trigion daarnaast voorshands geslaagd in het bewijs dat werknemer niet of nauwelijks naar de afdeling planning belde als hij eerder klaar was met zijn ingeplande werkzaamheden voor die dag. Werknemer krijgt de gelegenheid tegenbewijs te leveren. Het hof concludeert bovendien dat het meer dan eens is voorgekomen dat werknemer zich onder werktijd op plaatsen bevond waar hij niet hoorde te zijn. Werknemer heeft, hoewel Trigion hem daar meermaals gelegenheid voor heeft gegeven, geen verklaring gegeven voor zijn gedragingen. Het hof is van oordeel dat van Trigion niet kon worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De arbeidsovereenkomst is terecht door de kantonrechter ontbonden. Het hof zal pas na bewijslevering oordelen over de al dan niet verschuldigdheid van de transitievergoeding.

Schadevergoeding wegens inbreuk op de persoonlijke levenssfeer

Het hof oordeelt dat het onderzoek naar de blackboxgegevens in combinatie met de urenstaten van werknemer is uitgevoerd in overeenstemming met de AVG en dat de privacy van werknemer door dat onderzoek niet zodanig is geschonden dat dit onrechtmatig is geweest. Het verzoek van werknemer om hem een schadevergoeding toe te kennen wegens inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer, komt niet voor toewijzing in aanmerking.