Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/werkgever
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Almere), 27 augustus 2020
ECLI:NL:RBMNE:2020:3700
Beƫindiging grensoverschrijdende arbeidsovereenkomst wordt beheerst door Engels recht. Ondanks verhuizing van werkneemster naar Nederland is sprake van een kennelijk nauwere band met het Verenigd Koninkrijk.

Feiten

Werkneemster is op 1 april 2019 in dienst getreden bij werkgever. In de arbeidsovereenkomst is bepaald dat het recht van Engeland en Wales op de arbeidsovereenkomst van toepassing is. Werkneemster heeft haar werkzaamheden tot 1 augustus 2019 in London uitgevoerd. Per 1 augustus 2019 is zij verhuisd naar Almere. Werkgever heeft het salaris van werkneemster per 1 april 2020 met 20% verlaagd. Bij brief van 19 mei 2020 deelt werkgever aan werkneemster mee dat haar arbeidsovereenkomst onder toepassing van het Engelse arbeidsrecht per 31 mei 2020 zal eindigen. Bij brief van 4 juni 2020 heeft werkneemster het standpunt ingenomen dat het Nederlandse arbeidsrecht op haar arbeidsovereenkomst van toepassing is. Werkneemster vordert bij de kantonrechter werkgever te veroordelen tot betaling van achterstallig loon over de maanden april, juni, juli en september 2020.

Oordeel

Welk recht op een grensoverschrijdende arbeidsovereenkomst van toepassing is, wordt geregeld in Verordening (EG) nr. 593/2008 (Rome I). De kantonrechter overweegt dat het feit dat partijen een rechtskeuze in de arbeidsovereenkomst hebben opgenomen er niet toe mag leiden dat werkneemster daardoor de rechtsbescherming verliest van het recht dat bij gebreke van een rechtskeuze zou hebben gegolden. Zowel de inhoud als de uitvoering van de arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werkneemster was gericht op het Verenigd Koninkrijk. Werkneemster is door een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde werkgever in dienst genomen. De standplaats van werkneemster was London, zij voerde een deel van haar werkzaamheden vanuit haar woning in London uit en niet weersproken is dat werkgever zich enkel op de Engelse markt richt. Hiervan uitgaande en gelet op hetgeen in artikel 8 lid 1, 2 en 3 Rome I is bepaald, wordt de arbeidsovereenkomst beheerst door het Engelse recht. Werkneemster heeft zich echter op het standpunt gesteld dat de inhoud van de arbeidsovereenkomst in verband met haar verhuizing naar Nederland, met instemming van werkgever is gewijzigd. Het werkland van werkneemster is daardoor, zo stelt zij, Nederland geworden. De kantonrechter overweegt hieromtrent dat niet is gebleken dat partijen zich ten tijde van de verhuizing van werkneemster, buiten de financiële gevolgen, bezig hebben gehouden met de gevolgen van de grensoverschrijdende arbeid van werkneemster. Evenmin kan worden geoordeeld dat werkneemster haar arbeid tijdelijk in Nederland verrichtte in de zin van artikel 8 lid 2 Rome I. Vervolgens beoordeelt de kantonrechter of het werkland van werkneemster is gewijzigd als gevolg van haar verhuizing. Naar het oordeel van de kantonrechter is het gewoonlijk werkland van werkneemster per 1 augustus 2019 Nederland geworden, nu zij vanaf die datum met toestemming en op instructie van werkgever vanuit haar woning in Nederland het overgrote deel van haar werkzaamheden uitvoerde. Dat zij voor een beperkt deel van haar werkzaamheden naar het Verenigd Koninkrijk zou moeten reizen maakt dit niet anders.  Vervolgens is de vraag aan de orde of de arbeidsovereenkomst een kennelijk nauwere band heeft met het Verenigd Koninkrijk, dan met Nederland, waardoor het Engelse recht van toepassing zou zijn. Werkneemster betaalt in Nederland belasting en premies en heeft een Nederlandse ziektekostenverzekering, maar de arbeidsvoorwaarden van werkneemster, waaronder haar salaris, zijn in het Verenigd Koninkrijk vastgesteld. Gelet op de omstandigheden dat werkgever enkel op verzoek van werkneemster aan de verhuizing heeft meegewerkt en zelf geen Nederlandse vestiging heeft en zich niet richt op de Nederlandse markt, is dit onvoldoende om nauwere banden met Nederland aan te nemen. Dit leidt tot de slotsom dat de arbeidsovereenkomst een (kennelijk) nauwere band heeft met het Verenigd Koninkrijk dan met Nederland. De kantonrechter wijst de vordering van werkneemster, die is gebaseerd op het Nederlandse recht, dan ook af. Of het Engelse recht correct is toegepast, ligt thans niet ter beoordeling voor.