Feiten

Saybolt is gespecialiseerd in kwaliteitsanalyses van olieproducten, (bio)brandstoffen, chemicaliën en gassen en het uitvoeren van inspecties om hoeveelheden vast te stellen en de kwaliteit gedurende transport te waarborgen. AmSpec B.V. is onderdeel van de Amspec-groep. De Amspec-groep richt zich op de inspectie, analyse, meting en testing binnen de petroleum-, chemie- en gasindustrie. Saybolt en Amspec zijn concurrenten van elkaar. In 2017 en 2018 heeft Amspec een kantoor en laboratorium geopend in Rotterdam alsmede een kantoor in Amsterdam. Sindsdien zijn er 29 personen die werkzaam waren bij Saybolt, overgestapt naar Amspec. Werknemer is op 1 april 2011 in dienst getreden bij Saybolt in de functie van ‘sampler’. Sinds 1 november 2018 vervult hij de functie van ‘teamleader operations’. In de meest recente arbeidsovereenkomst van werknemer is een geheimhoudings-, concurrentie- en relatiebeding opgenomen. Op 23 april 2019 heeft werknemer de arbeidsovereenkomst met Saybolt opgezegd per 30 juni 2019. Werknemer heeft met Amspec een arbeidsovereenkomst gesloten om per 1 juli 2020 aldaar in dienst te treden als senior accountmanager. Werknemer vordert in conventie onder meer de werking van het concurrentiebeding te schorsen. Saybolt heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering van werknemer en heeft in reconventie gevorderd om werknemer te verbieden om tot 1 juli 2020 in dienst te treden bij Amspec en om werknemer te veroordelen tot nakoming van de in de arbeidsovereenkomst opgenomen geheimhoudings-, concurrentie- en relatiebeding steeds op straffe van een dwangsom van € 25.000 per overtreding en € 10.000 voor iedere dag dat de overtreding voortduurt.

Oordeel

Belangen van Saybolt

Het belang van Saybolt bij handhaving van het concurrentiebeding is het beschermen van haar bedrijfsdebiet. De vrees voor concurrentie is in dit geval gegrond. Het staat buiten kijf dat het de bedoeling is dat werknemer bij Amspec vergelijkbare werkzaamheden gaat uitoefenen als de werkzaamheden die hij tot voor kort heeft verricht bij Saybolt. Werknemer heeft expliciet toegegeven dat zijn waarde voor Saybolt met name betrekking heeft op de klantrelaties die hij heeft opgebouwd bij Saybolt en heeft voorts aangegeven dat hij zijn stempel kan drukken op de werkwijze en klantbenadering van Amspec. Ook het ‘meenemen’ van waardevolle klantcontacten en recente informatie over die klanten kan een aantasting zijn van het bedrijfsdebiet van Saybolt. Ook is van belang dat werknemer zijn kennis en vaardigheden deelt of deelde met collega-accountmanagers bij Saybolt, temeer nu een groot deel van die collega’s reeds de overstap heeft gemaakt naar dezelfde concurrent. Het belang van Saybolt bij handhaving van het concurrentiebeding van werknemer wordt daarmee alleen maar groter.

Belangen van werknemer

Tegenover het belang van Saybolt staat het algemene, maar eveneens evidente belang van werknemer, te weten het belang niet te worden beperkt in zijn recht op een vrije arbeidskeuze. Werknemer heeft in dat kader gesteld dat hij een aanzienlijke salarisverbetering tegemoet kan zien, en dat hij bij Amspec kan gaan werken en doorleren met de beste mensen van het werkveld, een nieuw laboratorium en moderne werkplekken op mooie locaties. Werknemer heeft tot slot aangevoerd dat hij altijd in de oliebranche heeft gewerkt en het heel lastig voor hem zal worden om gedurende zijn concurrentiebeding een andere baan te vinden.

Conventionele vordering van werknemer

Het is voldoende aannemelijk geworden dat het salaris van werknemer bij Amspec aanzienlijk hoger zal zijn dan bij Saybolt. De enkele salarisverhoging is echter onvoldoende om op te wegen tegen de hiervoor genoemde belangen van Saybolt. Qua functie gaat werknemer er op papier zelfs op achteruit aangezien hij bij Saybolt teamleider was. De door werknemer aangevoerde en gewenste arbeidsomstandigheden bij Amspec bestaan na afloop van het concurrentiebeding nog steeds, zodat deze niet in zijn voordeel bijdragen aan de belangenafweging. Het feit dat hij straks een jaar heeft thuisgezeten en een gat in zijn cv zal hebben, kan hem evenmin baten, nu hij door Amspec financieel wordt gecompenseerd. Niet is gebleken dat hij totaal geen mogelijkheden heeft om tijdelijk ander werk te verrichten en het gat in zijn cv zal werknemer met het in april 2019 gesloten contract met Amspec goed kunnen verklaren. In dat kader is tot slot relevant dat werknemer zelf het initiatief heeft genomen om zijn arbeidsovereenkomst met Saybolt te beëindigen met het specifieke doel om aansluitend in dienst te treden bij Amspec, terwijl hij wist dat reeds meerdere werknemers van Saybolt de overstap naar Amspec hadden gemaakt en dat Saybolt die werknemers steevast hield aan hun concurrentie-, relatie- en geheimhoudingsbeding. De voormelde belangen van Saybolt enerzijds en die van werknemer anderzijds afwegend, is het niet waarschijnlijk dat de bodemrechter zal oordelen dat werknemer onbillijk wordt benadeeld door het voortduren van het tussen partijen overeengekomen concurrentiebeding. De vordering van werknemer om de werking geheel of gedeeltelijk te schorsen zal dan ook worden afgewezen.

Reconventionele vorderingen van Saybolt

De reconventionele vorderingen van Saybolt om werknemer te verbieden om tot 1 juli 2020 in dienst te treden van Amspec en om het concurrentiebeding na te komen, zullen worden toegewezen. Saybolt heeft daarnaast belang bij toewijzing van de in dit verband gevorderde dwangsom, die aanmerkelijk hoger is dan de in de arbeidsovereenkomst genoemde boetebedragen. Hiertoe wordt overwogen dat de in de arbeidsovereenkomst genoemde bedragen werknemer er kennelijk niet van weerhouden hebben om voorafgaande aan het einde van zijn arbeidsovereenkomst met Saybolt in contact te treden met Amspec en ook een arbeidsovereenkomst met Amspec te sluiten. Amspec heeft zich tot nu toe bereid getoond om op financieel vlak ver te gaan om werknemers van Saybolt te kunnen overnemen, waarmee het belang van Amspec bij een voldoende afschrikwekkende dwangsom is gegeven.