Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Lidl Nederland GmbH
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Alkmaar), 7 oktober 2020
ECLI:NL:RBNHO:2020:8984
Werknemer die op de werkplek en onder werktijd kinderporno aan collega’s heeft getoond, is terecht op staande voet ontslagen en verliest recht op transitievergoeding.

Feiten

Deze beschikking betreft een vervolg op AR 2020-0232. Werknemer was in dienst van Lidl Nederland GmbH (hierna: Lidl). In zijn beschikking van 28 april 2020 oordeelde de kantonrechter dat Lidl werknemer, die op de werkplek en onder werktijd aan ten minste drie collega’s beelden van kinderporno heeft laten zien, terecht op staande voet heeft ontslagen. In ditzelfde oordeel is werknemer in de gelegenheid gesteld tegenbewijs te leveren. Op 14 juli 2020 zijn hiertoe verklaringen afgelegd, zowel van werknemer zelf als van de collega’s aan wie hij de beelden zou hebben getoond. In deze zaak verzoekt werknemer de kantonrechter voor recht te verklaren dat het ontslag op staande voet niet onverwijld is gegeven en hieraan ook geen dringende reden ten grondslag ligt. Ook verzoekt hij een billijke vergoeding van € 336.467,52 bruto.

Oordeel

Dringende reden

De kantonrechter blijft bij wat in de tussenbeschikkingen van 4 februari 2020 en 28 april 2020 is overwogen en beslist en ziet geen aanleiding daarop terug te komen. In de beschikking van 28 april 2020 heeft de kantonrechter afgelegde getuigenverklaring als geloofwaardig en overtuigend beoordeeld. Zo bevestigden deze verklaringen op concrete en gedetailleerde wijze dat werknemer op de werkplek en onder werktijd aan de getuigen beelden van kinderporno heeft laten zien. De getuigenverklaring van werknemer legt hiertegenover onvoldoende gewicht in de schaal. Zo wordt de stelling dat deze getuigen (collega’s) jaloers op hem zouden zijn en hem daarom in diskrediet willen brengen, niet gevolgd. Naar het oordeel van de kantonrechter is ongeloofwaardig dat deze drie collega’s om een dergelijke reden welbewust onder ede een onware verklaring zouden afleggen – nog daargelaten dat in de stukken hiervoor geen steun is te vinden. Ook de stelling van werknemer dat de politie geen beelden van kinderporno op zijn telefoon heeft aangetroffen, legt geen gewicht in de schaal. Het zou immers kunnen dat werknemer de filmpjes niet heeft opgeslagen of gedownload. Ook zou hij de filmpjes kunnen hebben verwijderd dan wel een andere telefoon aan de politie hebben kunnen gegeven. Er is dus sprake van dringende reden, die gelet op de aard en ernst een ontslag op staande voet rechtvaardigt.

Onverwijldheid

Voorts volgt de kantonrechter de werknemer evenmin in de stelling dat het ontslag op staande voet niet onverwijld is gegeven. Het tonen van de bewuste filmpjes en beelden heeft rond eind oktober, begin november plaatsgevonden, waarbij de betreffende collega’s eerst de vertrouwenspersoon binnen Lidl daarover hebben benaderd. Nadien heeft de vertrouwenspersoon daarover in de maand november een paar keer gesproken met de collega’s en heeft zij onder andere met hen gesproken over de vraag of zij toestemming gaven de melding door te geven aan de HR-afdeling van Lidl. Die toestemming is in de loop van november gegeven, waarna Lidl onderzoek heeft gedaan, met name door het horen van de collega’s op 28 november 2019. Werknemer is vervolgens op 29 november 2019 geconfronteerd met de verklaringen en meldingen van die collega’s, en nogmaals op 2 december 2019, waarna op die laatste datum ontslag op staande voet is gegeven. Gelet op het voorgaande heeft Lidl voldoende voortvarend gehandeld en is het ontslag onverwijld gegeven.

Geen transitievergoeding, want ernstig verwijtbaar handelen

De gedraging van werknemer levert niet alleen een dringende reden op voor ontslag op staande voet, maar getuigt eveneens van ernstig verwijtbaar handelen. Werknemer verliest dan ook zijn aanspraak op de wettelijke transitievergoeding. Niet kan worden geoordeeld dat het niet-toekennen daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaard is.