Feiten

Werkneemster is op 16 februari 1998 in dienst getreden bij KLM. Op 3 april 2014 hebben KLM en werkneemster een gesprek gevoerd, hetgeen per brief d.d. 1 mei 2014 is bevestigd. Tijdens het gesprek zou zijn gesproken over de integriteit van werkneemster en haar gedrag, waarbij zij persoonlijke informatie van anderen zou hebben gedeeld. Bij brief van 26 juni 2014 schrijft KLM dat werkneemster de feedback met betrekking tot integer handelen goed opgepakt. Ook in de beoordelingen van 2014 en 2015 is door KLM een soortgelijke stelling ingenomen ten aanzien van de integriteit van werkneemster. Werkneemster heeft tussen 2012 en 2019 veelvuldig, tot tientallen keren per jaar, het dossier van haar partner, in die periode ook werkzaam als purser bij KLM, ingezien. Werkneemster heeft aan haar partner het wachtwoord van haar zakelijke laptop verstrekt. De partner heeft tijdens zijn dienstverband meerdere keren ingelogd en in het computerverlofsysteem aanpassingen in zijn rooster bewerkstelligd. KLM heeft de partner hiervoor op 26 september 2019 op staande voet ontslagen. Op dezelfde dag heeft een gesprek plaatsgevonden tussen KLM en werkneemster en is werkneemster “vrijstelling van werkzaamheden” aangezegd. Op 8 oktober 2019 is werkneemster gehoord door KLM Security Services. Bij brief d.d. 15 december 2019 heeft KLM werkneemster schriftelijk berispt. Ten behoeve van de ontslagprocedure van de partner heeft werkneemster een verklaring opgesteld, waarin zij verklaart dat zij eind oktober 2019 het personeelsdossier van A., vlieger bij KLM, heeft ingezien en wat zij daarin heeft gelezen. Uit de systemen van KLM is gebleken dat werkneemster, naast het dossier van A, ook diverse andere personeelsdossiers heeft ingezien. KLM verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt dat van werkneemster een hoge mate van integriteit mag worden verwacht in haar functie als HR-medewerkster. Zij is daar ook in de loop der jaren meermaals op gewezen. Als HR-medewerkster in zijn algemeenheid en met deze voorgeschiedenis in het bijzonder, had het op de weg van werkneemster gelegen om alles in het werk te stellen om niet weer de (schijn van) belangenverstrengeling en/of integriteitsschending op zich te laden. In plaats daarvan heeft werkneemster, zoals zij zelf heeft verklaard uit nieuwsgierigheid en dus zonder enig (gerechtvaardigd) doel, personeelsdossiers bekeken en berispingen van collega’s en verklaringen van werknemers gelezen ten tijde van de ontslagprocedure van haar partner. Werkneemster heeft hiermee de belangen van (onder andere werknemers van) KLM geschonden. Ter zitting heeft werkneemster – geëmotioneerd – verklaard dat zij met haar verklaring in de procedure van haar partner de arbeidsovereenkomst van haar partner wilde redden. Daarmee komt haar eerder ingenomen standpunt dat zij ‘uit nieuwsgierigheid’ dossiers heeft ingezien in een ander daglicht te staan. Hierbij komt dat is gebleken dat werkneemster in juli 2019 de gespreksbevestiging van een gesprek tussen KLM en een andere collega heeft doorgestuurd naar haar partner, enkel om haar partner te informeren dat KLM in gesprek was gegaan met die collega naar aanleiding van zijn zorgmelding. Ook zonder de berisping van eind september 2019, die toen immers nog niet had plaatsgevonden, had werkneemster moeten begrijpen dat zij daarmee iedere grens overschreed. Werkneemster heeft naar het oordeel van de kantonrechter verwijtbaar gehandeld en de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden. Werkneemster heeft bovendien ernstig verwijtbaar gehandeld. Werkneemster moet zich bewust zijn geweest van het onoorbare karakter van haar gedragingen. Aan werkneemster wordt geen transitievergoeding toegekend.