Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 13 oktober 2020
ECLI:NL:RBNHO:2020:10658
Rechtsgeldig ontslag op staande voet. De kantonrechter acht voldoende bewezen dat werknemer zijn leidinggevende in het bijzijn van collega’s de huid heeft vol gescholden.

Feiten

Werknemer is op 30 juli 2018 in dienst getreden bij werkgeefster in de functie van operator. Bij brief van 28 november 2019 is werknemer op staande voet ontslagen, omdat hij en zijn vriendin de productiemanager van werkgeefster verbaal en agressief hebben bejegend. Daartoe heeft de productiemanager verklaard dat hij naar werknemer op zoek is gegaan omdat hij zag dat zijn machine onbemand was. Toen hij werknemer met zijn vriendin op zolder aantrof, heeft hij gevraagd wat zij daar te zoeken had en haar gezegd dat ze naar buiten moest. Werknemer en zijn vriendin zijn daarop boos vertrokken en de productiemanager is terug aan het werk gegaan. Ongeveer een kwartier later kwam werknemer in zijn eentje naar binnen gestormd, rende rechtstreeks op de productiemanager af en begon, terwijl hij maar een klein stukje van diens gezicht af stond, tegen de productiemanager dingen te schreeuwen zoals ‘fucking dictator’ en ‘wie ben je wel niet dat je mijn vriendin eruit zet’. Het geschreeuw was zo hard dat personeel uit beide fabriekshallen erop afkwam om te kijken wat er aan de hand was. De productiemanager heeft vervolgens geprobeerd werknemer rustig te krijgen en het schelden af te kappen. Toen dat niet lukte, heeft hij de businesscontroller van werkgeefster gebeld om hulp te vragen en zijn ze met de businesscontroller naar de vergaderruimte gegaan. Deze verklaring is door de businesscontroller van werkgeefster bevestigd. Werknemer verzoekt de kantonrechter werkgeefster te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding van € 4.378,00 en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging ter hoogte van € 2.599.

Oordeel

De kantonrechter overweegt dat vaststaat dat werknemer onder werktijd met zijn vriendin naar de zolder van werkgeefster is gegaan en dat zijn manager daarvoor geen toestemming had gegeven. Daarmee staat ook vast dat de printstraat waarvoor werknemer verantwoordelijk was (op dat moment) onbemand was. Niet betwist is dat werknemer, nadat zijn vriendin door de productiemanager was weggestuurd, mee naar buiten is gegaan en een kwartier later weer naar binnen is gegaan om bij de productiemanager verhaal te halen door op de productiemanager af te rennen, op een paar centimeter van zijn gezicht te gaan staan en teksten te schreeuwen als ‘fucking dictator’. De kantonrechter is van oordeel dat dergelijk gedrag niet door de beugel kan. Van belang daarbij is dat werknemer doordat hij een kwartier buiten is geweest, voldoende tijd heeft gehad om bij zinnen te komen en zich te herpakken. Kennelijk heeft hij die tijd echter alleen gebruikt om zichzelf nog eens op te laden om de productiemanager in het bijzijn van collega’s de huid vol te schelden. De uitbarsting van werknemer was dusdanig dat de productiemanager daarin aanleiding heeft gezien om de hulp van de businesscontroller in te roepen. Ook na diens komst ging werknemer echter door, zodat de businesscontroller – om die situatie te stoppen – genoodzaakt was hem weg te sturen. De kantonrechter is van oordeel dat de bovengenoemde feiten en omstandigheden, in onderling samenhang bezien, een dringende reden voor een ontslag op staande voet opleveren. Aangezien werknemer niet heeft betwist dat het ontslag onverwijld is gegeven, zal van de tijdigheid daarvan worden uitgegaan. Werknemer heeft geen persoonlijke omstandigheden aangevoerd die tot een andere conclusie ten aanzien van de rechtsgeldigheid van het ontslag zouden kunnen leiden. Omdat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is, zal het verzoek van werknemer om toekenning van een billijke vergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging worden afgewezen.