Naar boven ↑

Rechtspraak

TYPHOON OFFSHORE B.V./werknemers
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 22 december 2020
ECLI:NL:GHAMS:2020:3576
Bij de berekening van de bonus zijn de door de werkgever opgevoerde kostenposten onvoldoende toegelicht en hier wordt dan ook aan voorbijgegaan. De bonus zelf mag bij de bepaling van de omvang ook niet in aanmerking worden genomen.

Feiten

Werknemers zijn van 2009 tot 2013 respectievelijk van 2013 tot in 2014 in dienst geweest van de moedermaatschappij van Typhoon, Typhoon Capital. Tussen partijen (wat werknemers betreft: ieder voor zich) zijn afspraken gemaakt over een door Typhoon ieder afzonderlijk te betalen bonus (hierna: de bonusovereenkomsten). De bonus bestaat, kort gezegd, uit een percentage van de winst die Typhoon met het Gemini-project heeft gerealiseerd (hierna: de bonusgrondslag). In de bonusovereenkomsten is telkens een Tranche 1-bonus en een Tranche 2-bonus opgenomen. Typhoon heeft eind mei 2014 in het kader van Tranche 1 aan werknemer 3 € 1,8 miljoen en aan werknemers 1 en 2 ieder € 600.000 aan interim-bonus uitgekeerd. De financial close heeft in mei 2014 plaatsgevonden. Ingevolge vaststellingsovereenkomsten van 28 mei 2014 zijn de dienstverbanden geëindigd per 1 juni 2014. In deze vaststellingsovereenkomsten is vastgelegd dat werknemers in het kader van de bonusregeling ieder kwalificeren als good leaver en de bonusovereenkomsten daarom in stand blijven. Bij onherroepelijk arrest van dit hof van 1 mei 2018 is Typhoon in aanvulling op voormelde ter zake van Tranche 1 uitgekeerde bonussen veroordeeld tot betaling aan werknemer 1 en 2 van (ieder) € 239.787,70 en aan werknemer 3 van € 719.363,70. In eerste aanleg vorderden werknemers de betaling door Typhoon van een bedrag van € 356.055,80 aan zowel werknemer 1 als 2 en een bedrag van € 1.068.167,40 aan werknemer 3. Na verweer van Typhoon heeft de kantonrechter bij het bestreden vonnis de vorderingen toegewezen en Typhoon in de proceskosten veroordeeld.

Oordeel

Terecht betoogt Typhoon, kort gezegd, dat de kantonrechter – in afwijking van de door hem genoemde uitgangspunten en in aanmerking te nemen posten – bedragen heeft toegewezen die zijn gebaseerd op het standpunt van werknemers dat Typhoon hun harde toezeggingen heeft gedaan met betrekking tot de omvang van de instandhoudingskosten, zulks terwijl deze stelling in het vonnis was verworpen. Het voorgaande behoeft echter – behoudens ten aanzien van het door werknemers ten onrechte van de volgens hen in aanmerking te nemen kosten van € 98.515 af te trekken bedrag van € 51.305,00 – niet tot vernietiging van het bestreden vonnis te leiden, indien de tegen voormelde overweging gerichte (voorwaardelijk) incidentele grief van werknemers gegrond is. Het hof verenigt zich met de overweging van de kantonrechter en maakt haar tot de zijne. Vast staat dan ook dat de kantonrechter ten onrechte de op een bonusgrondslag van € 17.802.790 sluitende berekening van werknemer heeft gevolgd en op basis daarvan de vorderingen heeft toegewezen.

Bonussen Tranche 2

Typhoon stelt dat dient te worden uitgegaan van een opbrengst van € 17.850.000. Dit staat ook niet tussen partijen ter discussie. Volgens Typhoon moeten daar echter diverse bedragen van worden afgetrokken. Volgens het hof zijn de opgevoerde kostenposten onvoldoende toegelicht en wordt hier om die reden aan voorbijgegaan. Verder deelt het hof de visie van werknemers dat er geen grondslag is om de bonusbetalingen en de daarbij gemaakte kosten bij de bepaling van bonusverplichtingen van Tranche 1 en 2 in aanmerking te nemen. Het voorgaande betekent niet dat bij de berekening van bonussen dient te worden uitgegaan van (alleen) de opbrengst. Werknemers hebben deze bedragen immers niet gevorderd noch incidenteel geappelleerd tegen de hun toegewezen bedragen. Bovendien hebben zij in eerste aanleg in aanmerking te nemen kosten erkend tot een bedrag van € 98.515, zij het dat zij daarop ten onrechte een bedrag van € 51.305 in mindering hebben gebracht. Van voormelde erkenning zijn zij in hoger beroep niet teruggekomen. Dit betekent dat het hof uitgaat van een bonusgrondslag van (€ 17.850.000 -/- € 98.515 is) € 17.751.485, hetgeen leidt tot een bonus voor werknemers 1 en 2 van ieder (2%) € 355.029,70 en voor werknemer 3 van € 1.065.089,10.