Naar boven ↑

Rechtspraak

Gemeente Twenterand/werknemer
Rechtbank Overijssel (Locatie Almelo), 19 januari 2021
ECLI:NL:RBOVE:2021:220
Beide partijen hebben steken laten vallen in de behandeling van het vermoeden van integriteitsschending. Wel sprake van plichtsverzuim, maar niet ernstig genoeg om ontbinding van de arbeidsovereenkomst te rechtvaardigen.

Feiten

Werknemer is op 16 augustus 2014 door de Gemeente Twenterand (hierna: Twenterand) aangesteld in de functie van gemeentesecretaris. Op verzoek van Twenterand heeft werknemer op 23 april 2020 zijn taken neergelegd. Daarna hebben partijen onderhandeld over beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Lopende deze onderhandelingen heeft Twenterand van een anoniem gebleven afzender een enveloppe ontvangen met als inhoud twintig foto’s van de auto van werknemer die op diverse dagen en tijden geparkeerd stond bij het huis van één van zijn ondergeschikten. In artikel 9 van de Nota integriteitsbeleid gemeente Twenterand is bepaald dat bij twijfels over integriteit van collega’s dit zo veel mogelijk met henzelf wordt besproken. Medio juli 2020 heeft Twenterand onderzoeksbureau Partners in Integriteit opdracht gegeven onderzoek te doen naar mogelijke schending van het integriteitsbeleid door werknemer. Werknemer wilde onder de voorwaarden dat geen vragen zouden worden gesteld over zijn persoonlijke levenssfeer eenmalig een gesprek voeren met Partners in Integriteit. Twenterand heeft deze voorwaarde afgewezen. Werknemer heeft bij e-mail van 28 september 2020 verklaard door de gang van zaken alle vertrouwen kwijt te zijn en niet langer te willen meewerken aan het onderzoek. Op 8 oktober 2020 heeft hij Twenterand het aanbod gedaan rechtstreeks met het College in gesprek te gaan over de vermeende integriteitsschendingen. Gemeente Twenterand verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden primair op grond van verwijtbaar handelen en subsidiair op grond van een verstoorde arbeidsrelatie.

Oordeel

De kantonrechter overweegt dat de omstandigheden die de aanleiding vormden voor een onderzoek van de gemeente niet sterk waren, te weten de door haar ontvangen foto’s, al langer rondgaande geruchten over een relatie tussen werknemer en de collega en ‘vraagtekens’ bij het carrièreverloop van de collega. Toch overweegt de kantonrechter dat de gemeente voldoende aanleiding had om onderzoek te willen doen. Het bewaken van de integriteit van haar organisatie en haar medewerkers is een belangrijke taak van Twenterand, en zeker als het om haar hoogste ambtenaar gaat, moet zij daarom signalen die kunnen duiden op integriteitsschendingen serieus nemen, ook als deze signalen zwak zijn. In het verlengde daarvan heeft werknemer, als hoogste ambtenaar, als het gaat om integriteit bij uitstek een belangrijke rol te vervullen. De medewerking van werknemer aan het onderzoek is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende geweest. Hij had zonder meer moeten meewerken, maar in plaats daarvan heeft hij voorwaarden gesteld, nagelaten nieuwe verhinderdata door te geven, een nieuwe voorwaarde gesteld en uiteindelijk niet met Partners in Integriteit maar alleen met Twenterand zelf willen praten. Dat is hem aan te rekenen. Ook het handelen van Twenterand verdient kritiek. Da de ontvangst van de foto’s is intern besproken met meerdere vertrouwenspersonen, de burgemeester en het College maar werknemer is pas op 15 juli 2020 voor het eerst op de hoogte gesteld van het vermoeden van integriteitsschending. Daarmee handelt Twenterand in strijd met haar eigen beleid. Dat Twenterand het gesprek met werknemer uit de weg is gegaan, heeft er naar de indruk van de kantonrechter mede aan bijgedragen dat partijen (ook) na 15 juli 2020 geen enkele toenadering meer tot elkaar hebben gezocht. De conclusie van de kantonrechter is dat werknemer het verwijt treft dat hij onvoldoende aan het onderzoek heeft meegewerkt, maar dat dit verwijt gezien alle omstandigheden niet de conclusie rechtvaardigt dat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden de e-grond. Uit de verklaring van de vorige burgemeester blijkt dat de arbeidsverhouding op 23 april 2020 nog niet verstoord was. De kantonrechter heeft geen reden aan de juistheid van deze verklaring te twijfelen. De daarna ontstane verstoring hoeft er niet aan in de weg te staan dat partijen de draad van de arbeidsovereenkomst weer oppakken waar zij die hebben laten vallen. Ook de gevraagde ontbinding op de g-grond is niet toewijsbaar.