Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/SaaSplaza Nederland B.V.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 1 december 2020
ECLI:NL:GHAMS:2020:3314
Uitleg bonusbepaling in vaststellingsovereenkomst aan de hand van de Haviltex-maatstaf.

Feiten

Werknemer is van 1 juni 2009 tot 1 januari 2018 in dienst geweest bij SaaSplaza Nederland B.V. (hierna: SaaSplaza). Een van de klanten van SaaSplaza is Brunel International (hierna: Brunel). Tijdens zijn dienstverband bij SaaSplaza heeft werknemer met Brunel onderhandeld over contracten. Voor het sluiten van deze contracten heeft werknemer gedurende zijn dienstverband bij SaaSplaza een bonus en doorlopende provisie ontvangen. Werknemer heeft, totdat hij met SaaSplaza in oktober 2017 afspraken heeft gemaakt over de beëindiging van zijn dienstverband, met Brunel onderhandeld over een nieuw contract. Nog tijdens het dienstverband hebben SaaSplaza en werknemer gesproken over een bonusregeling voor werknemer als Brunel het contract zou verlengen. De arbeidsovereenkomst tussen werknemer en SaaSplaza is door een op 31 oktober 2017 ondertekende vaststellingsovereenkomst per 1 januari 2018 met wederzijds goedvinden beëindigd. In de vaststellingsovereenkomst zijn onder meer bepalingen opgenomen waarin voorwaarden worden gesteld aan de verschuldigdheid van de ‘Brunelbonus’. Op 15 februari 2018 hebben SaaSplaza en Brunel een tweejarig contract gesloten voor serviceverlening door SaaSplaza in de cloud op basis van Microsoft Azure. Dit is niet het eigen systeem van SaaSplaza, maar een ander platform. SaaSplaza heeft een bonus aan werknemer betaald van € 5.250 bruto. In eerste aanleg heeft de kantonrechter de vorderingen van werknemer, waaronder een verklaring voor recht dat SaaSplaza de overeengekomen Brunelbonus verschuldigd is, afgewezen.

Oordeel

Tussen partijen staat vast dat zij ter beëindiging van de arbeidsovereenkomst een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten. Uitleg van deze vaststellingsovereenkomst dient plaats te vinden aan de hand van de Haviltex-maatstaf. In de artikelen 29 en 30 van de vaststellingsovereenkomst is een Brunelbonus overeengekomen, die afhankelijk is van de uitkomst van de tender van Brunel. Als Brunel na de tender zou kiezen voor hosting op het systeem van SaaSplaza zou volgens artikel 29 van de vaststellingsovereenkomst de bonusregeling op de nieuwe overeenkomst met Brunel worden toegepast, te betalen in twaalf maandelijkse termijnen. Als Brunel na de tender zou kiezen voor hosting op het systeem van Microsoft Azure zou werknemer volgens artikel 30 van de vaststellingsovereenkomst aanspraak hebben op 25% van de eerder overeengekomen bedragen. Brunel heeft na de tender gekozen voor hosting op het systeem van Microsoft Azure, zodat artikel 30 van de vaststellingsovereenkomst de bonusaanspraken van werknemer regelt. Uit hoofde van artikel 30 van de vaststellingsovereenkomst heeft SaaSplaza een bedrag van € 5.250 bruto aan werknemer betaald. Voorts oordeelt het hof dat geen sprake is van een situatie waarin niet is voorzien in de vaststellingsovereenkomst, nu het gaat om een migratieperiode die het gevolg is van de keuze van Brunel om over te gaan op hosting op het systeem van Microsoft Azure. Werknemer heeft voor deze migratieperiode geen recht op een bonus krachtens artikel 29 of 30 van de vaststellingsovereenkomst. Als hij dat recht had willen hebben, had werknemer dit in de onderhandelingen over de vaststellingsovereenkomst aan de orde kunnen en moeten stellen, maar daartoe is werknemer niet overgegaan. Werknemer is kennelijk bekend met het fenomeen migratieperiode en werd tijdens de onderhandelingen met SaaSplaza over de vaststellingsovereenkomst bijgestaan door een jurist, dus hij heeft de gelegenheid gehad dit punt in de onderhandelingen naar voren te brengen. Door daarvan af te zien en in de vaststellingsovereenkomst akkoord te gaan met finale kwijting, kan werknemer thans geen bedragen vorderen waarop de vaststellingsovereenkomst geen aanspraak geeft.