Naar boven ↑

Rechtspraak

Turistik Hava Tasimacilik A.S./werkneemster
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 21 december 2020
ECLI:NL:RBNHO:2020:11555
Ontbinding a-grond wegens sluiting vliegbasis Amsterdam wordt afgewezen wegens toepasselijkheid opzegverbod wegens zwangerschaps- en bevallingsverlof. Werkgever moet verlofsaldo corrigeren.

Feiten

Werkneemster is op 4 april 2014 bij Turistik Hava Tasimacilik A.S. (hierna: Turistik Hava) in dienst getreden in de functie van senior Cabin crew member. Werkneemster geniet bevallingsverlof tot 4 februari 2021. Ten aanzien van de standplaats van werkneemster is in de arbeidsovereenkomst opgenomen dat dit Schiphol is. Medio maart 2020 heeft de Turkse overheid het vliegverkeer voor passagiersvervoer tussen Turkije en Nederland (tijdelijk) stilgelegd in verband met de uitbraak van de COVID-19 pandemie. Op 20 april 2020 heeft het bestuur van Turistik Hava besloten de basis in Amsterdam te sluiten. Bij e-mail van 28 april 2020 heeft Turistik Hava haar in Amsterdam gestationeerde cabin crew over de sluiting geïnformeerd, waarna op 29 april 2020 een (online) vergadering met de cabin crew heeft plaatsgevonden. Turistik Hava heeft vervolgens aan werkneemster en haar collega’s een beëindigingsvoorstel gedaan, welk voorstel door werkneemster van de hand is gewezen. Op 28 mei heeft Turistik Hava het UWV gevraagd toestemming te verlenen de arbeidsovereenkomst met werkneemster op te zeggen. Op 30 juli 2020 is de verzochte toestemming geweigerd omdat Turistik Hava naar het oordeel van het UWV onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van een definitieve beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming, zijnde de vestiging in Amsterdam, waardoor alle arbeidsplaatsen, waaronder die van werkneemster, zijn komen te vervallen. Ook geldt onverkort het wettelijk opzegverbod tijdens zwangerschap. Turistik Hava verzoekt de arbeidsovereenkomst met werkneemster te ontbinden op de a-grond.

Oordeel

Opzegverbod

De kantonrechter overweegt dat in de eerste plaats moet worden beoordeeld of sprake is van een opzegverbod die aan toewijzing van het ontbindingsverzoek in de weg staat. Omdat niet in geschil is dat werkneemster tot 4 februari 2021 bevallingsverlof geniet, is sprake van een opzegverbod in de zin van artikel 7:670 lid 2 BW. Dit opzegverbod geldt niet, indien de opzegging geschiedt wegens de beëindiging van de werkzaamheden van de gehele onderneming, met dien verstande dat de opzegging niet kan betreffen de werkneemster die zwangerschap- of bevallingsverlof geniet. In dit geval is daarom sprake van het opzegverbod dat ook van toepassing is, indien vast zou komen te staan dat van een algehele bedrijfsbeëindiging sprake is. Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst zal dus worden afgewezen.

Saldo vakantiedagen

Werkneemster heeft verder verzocht te bepalen dat het saldo vakantiedagen per 1 augustus 2020 zestien dagen was. Werkneemster stelt zich op het standpunt dat zij per jaar 21 vakantiedagen toegekend kreeg en dat Turistik Hava daarop te veel vakantiedagen in mindering heeft gebracht door voor iedere verlofweek geen vijf maar zes dagen af te schrijven. Hierdoor heeft werkneemster ten onrechte zestien vakantiedagen te veel ingeleverd. Ten aanzien van de verlofopname volgt de kantonrechter Turistik Hava niet in haar betoog dat voor iedere vakantieweek zes verlofdagen moeten worden afgeschreven. Uit het feit dat werkneemster een voltijd dienstverband heeft, volgt dat bij opname van één week vakantie vijf verlofdagen worden afgeschreven. Dat tussen partijen is overeengekomen dat in dat geval zes dagen worden afgeschreven, is niet gebleken. Ook is niet gebleken dat Turistik Hava algemeen erkende feestdagen niet als zodanig aanmerkt, zodat vrije dagen die samenvallen met erkende feestdagen niet op het vakantiedagensaldo in mindering mochten worden gebracht. Het verzoek van werkneemster zal daarom worden toegewezen.