Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/KLG Europe Rotterdam B.V.
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 16 februari 2021
ECLI:NL:GHDHA:2021:191
Bewijslevering inzake ontbinding arbeidsovereenkomst vanwege verwijtbaar handelen werknemer. Reikwijdte van het relatiebeding.

Feiten

KLG Europe Rotterdam B.V. (hierna: KLG) maakt onderdeel uit van de KLG Europe Group, een logistieke dienstverlener met diverse binnen- en buitenlandse vestigingen. Haar vestiging in Rotterdam is gespecialiseerd in zee- en luchtvrachten. Werknemer is op 18 mei 2016 in dienst getreden bij KLG. In de arbeidsovereenkomst was een relatiebeding opgenomen. Verder is werknemer medeoprichter en commercieel directeur van de rechtspersoon naar Engels recht Overseas Shipping Association Ltd. (hierna: OSA). In verband met zijn werkzaamheden voor OSA heeft werknemer bij zijn indiensttreding met KLG aanvullende afspraak gemaakt. Werknemer is op 7 november 2019 op non-actief gesteld en heeft per 1 maart 2020 een arbeidsovereenkomst met Share Logistics. Share Logistics is op diezelfde datum voor OSA gaan optreden. In eerste aanleg heeft de kantonrechter geoordeeld dat werknemer verwijtbaar heeft gehandeld, en de arbeidsovereenkomst ontbonden. Daarbij was de kantonrechter van oordeel dat aan werknemer geen transitievergoeding toekomt omdat hij ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Ook is in eerste aanleg geoordeeld dat OSA onder het relatiebeding valt, omdat OSA omstreeks de indiensttreding van werknemer bij KLG klant is geworden van KLG. In hoger beroep heeft werknemer verzocht de beschikking van de kantonrechter te vernietigen.

Ontbinding en vergoedingen

Het hof is van oordeel dat KLG voorshands heeft bewezen dat werknemer zichzelf heeft bevoordeeld ten koste van KLG. Daartoe is redengevend dat KLG met stukken heeft onderbouwd dat er op 28 februari 2019 is gerommeld met eindfacturen. Het is echter niet uitgesloten dat de uitleg die werknemer heeft gegeven juist is. Nu werknemer bewijs heeft aangeboden door het horen van getuigen, zal het hof hem in de gelegenheid stellen tegenbewijs te leveren. In aanvulling verzoekt het hof KLG en werknemer om administratie en stukken in het geding te brengen waaruit moeten kunnen blijken of het juist is dat de (door KLG betaalde) termijnfactuur al in aftrek is gebracht op de aanneemsom, zodat deze factuur niet nogmaals in aftrek behoorde te komen op de eindfactuur van 28 februari 2018.

Relatiebeding

Tussen partijen bestaat discussie over de vraag welke klanten onder het relatiebeding vallen. Het relatiebeding dient te worden uitgelegd aan de hand van de Haviltex-maatstaf. In de periode dat werknemer voor KLG werkte, was KLG lid van OSA en fungeerde KLG als OSA bookingdesk. Dit brengt mee dat OSA in die periode in beginsel als ‘klant’ van KLG (in de zin van het relatiebeding) kon worden aangemerkt. Het hof is echter van oordeel dat een redelijke uitleg van het relatiebeding meebrengt dat OSA niet als ‘klant’ onder de werking van het relatiebeding dient te vallen. Er kan immers geconcludeerd worden dat de OSA bookingdesk nauw verbonden is met werknemer, in die zin dat de bookingdesk iedere keer is ondergebracht bij de werkgever van werknemer, terwijl werknemer bovendien (met toestemming van KLG) gedurende de duur van de arbeidsovereenkomst werkzaamheden is blijven verrichten voor OSA, daaronder begrepen werkzaamheden voor de bookingdesk. Het hof is dan ook van oordeel dat een redelijke uitleg van het (standaard)relatiebeding meebrengt dat de werkzaamheden van werknemer voor OSA niet onder de reikwijdte van het relatiebeding vallen. Ook speelt de vraag welke klanten werknemer uit hoofde van zijn werkzaamheden voor OSA wel en niet mag bedienen. Het hof stelt voorop dat de bookingdeskklanten in beginsel onder de bewoordingen van het relatiebeding vallen, omdat zij als zodanig in de administratie van een van de bedrijven behorend bij KLG Europe Group voorkomen. Het hof is in het licht van hetgeen hiervoor is geoordeeld over de bijzondere relatie tussen werknemer en OSA van oordeel dat een redelijke uitleg van het relatiebeding meebrengt dat dat beding niet onverkort geldt ten aanzien van alle bookingdeskklanten. KLG kan geen beroep doen op het relatiebeding voor zover het bookingdeskklanten betreft die werknemer (als het ware) heeft meegenomen naar KLG. KLG kan (wat betreft de bookingdeskklanten) wel een beroep doen op het relatiebeding voor zover het gaat om reeds bestaande klanten van KLG en klanten die voorafgaand aan 1 mei 2017 nog niet via de bookingdesk boekten.