Feiten

Werknemer is per 21 juni 2019 voor de duur van één jaar bij X in dienst getreden in de functie van commercieel manager. Met ingang van 15 januari 2020 is de arbeidsovereenkomst gewijzigd in die zin dat werkgeefster de overeenkomst heeft opgevolgd. Bij e-mail van 14 mei 2020 heeft werkgeefster de arbeidsovereenkomst met werknemer opgezegd per 20 juni 2020. Werknemer verzoekt de kantonrechter om werkgeefster te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding van € 1.404 bruto. Aan dit verzoek legt werknemer ten grondslag dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen is geëindigd op 20 juni 2020 en dat hij recht heeft op een transitievergoeding.

Oordeel

Gelet op de uitkomt van de dagvaardingsprocedure met als zaaknummer 8782175 CV EXPL 20-8162 die tussen partijen is gevoerd met betrekking tot hetzelfde onderwerp en waarin eveneens op dezelfde dag uitspraak wordt gedaan, heeft werknemer geen belang meer bij nog eens een afzonderlijke toewijzing van hetgeen door hem in deze verzoekschriftprocedure is verzocht. Derhalve dient werknemer in alle onderdelen van het voorwaardelijk verzoekschrift niet-ontvankelijk te worden verklaard.