Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/ Accor Hospitality Nederland N.V.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 23 februari 2021
ECLI:NL:GHAMS:2021:525
Werkneemster die contante kassaoverschotten heeft gecreƫerd en deze heeft weggenomen is terecht op staande voet ontslagen.

Feiten

Op 2 januari 2018 is werkneemster in dienst getreden van Accor. Het vaste barteam van Novotel bestond eind 2018/begin 2019 uit vijf personen. In een personeelsvergadering op 29 oktober 2018 is onder meer gesproken over het fooienbeleid. De gemaakte afspraken zijn per e-mail bevestigd. Op 30 januari 2019 heeft een restaurantmedewerker bij de food- en beveragemanager, hierna F, bij Accor melding gemaakt van bepaalde, door hem waargenomen gedragingen van barmedewerkers. Naar aanleiding hiervan heeft Accor onderzoek gedaan op basis van camerabeelden van de bar en bijbehorende registraties van het kassasysteem. De stationmanager bij China Eastern heeft in een gesprek op 1 februari 2019 F en H, de director of sales & marketing bij Novotel, meegedeeld dat er door Novotel meer China Eastern-vouchers (aan haar) werden gefactureerd dan er uitgegeven konden zijn en dat er sprake leek te zijn geweest van het factureren van vouchers met frauduleuze handtekeningen. Op 4 februari 2019 hebben F, I, de talent & culture manager bij Accor, en J, de HR-businesspartner bij Accor, afzonderlijke gesprekken gevoerd met de vaste barmedewerkers, onder wie werkneemster. Werkneemster is geconfronteerd met geconstateerde geld- en kassahandelingen van het barpersoneel die afwijken van de bij Accor geldende kassa-, fooien- en voucherprocedures. Werkneemster is in afwachting van nader onderzoek per direct geschorst. Een collega, B, heeft verklaard dat werknemers een overschot aan geld in de kassalade creëerden en dat aan het eind van de dag verdeelden. Werkneemster is op 8 februari 2019 telefonisch op staande voet ontslagen, hetgeen per brief d.d. 13 februari 2019 is bevestigd. Werkneemster heeft verzocht voor recht te verklaren dat er geen dringende reden aan de opzegging ten grondslag heeft gelegen en verzocht om betaling van een billijke vergoeding. De kantonrechter heeft de verzoeken afgewezen. Werkneemster komt op tegen de beslissingen.

Oordeel

Naar het oordeel van het hof heeft Accor uitvoerig onderbouwd dat werkneemster willens en wetens is afgeweken van de geldende regels door het creëren van contante kassaoverschotten en het wegnemen van deze overschotten, terwijl werkneemster dit op haar beurt onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. Dat B werkneemster niet met naam heeft genoemd, doet niet ter zake omdat B onomwonden heeft verklaard dat het gehele barteam betrokken was bij genoemde afwijkende handelingen. Het hof volgt werkneemster niet in haar betoog dat niet vaststaat dat zij onderdeel uitmaakte van het barteam. Het is immers niet in geschil dat zij in de relevante periode – 2018/begin 2019 – werkzaam was als een van de vijf barmedewerkers van Accor. Accor heeft op basis van camerabeelden en foto’s in samenhang met de kassaregistraties onderzoek naar de gemelde misstanden gedaan. Naar het oordeel van het hof moet hieruit worden afgeleid dat werkneemster (in ieder geval) op diverse data en tijdstippen onnodige en afwijkende kassa- en geldhandelingen heeft verricht, zoals het openen van de kassalades zonder de geplaatste bestelling aan te slaan en het terugboeken/corrigeren van geplaatste bestellingen, waardoor oneigenlijk kassaoverschotten zijn gecreëerd. In het licht van de aard en ernst van de dringende reden kon Accor naar het oordeel van het hof – al wil het hof op zich wel aannemen dat het ontslag voor werkneemster ingrijpende gevolgen heeft gehad – tot de conclusie komen dat een onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd was.