Naar boven ↑

Rechtspraak

Röntgen Technische Dienst B.V./werknemer
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 12 april 2021
ECLI:NL:RBROT:2021:3116
Het concurrentiebeding is niet bedoeld om te voorkomen dat werknemer vertrekt. Vordering wordt afgewezen omdat niet duidelijk is wat het concurrentiebeding in dit geval tracht te beschermen.

Feiten

Werknemer is op 1 september 2020 in dienst getreden bij Röntgen Technische Dienst B.V. (hierna: RTD) als docent. Werknemer heeft zijn arbeidsovereenkomst met RTD op 30 november 2020 tegen 1 januari 2021 opgezegd. Werknemer werkt sinds 1 januari 2021 bij Bilfinger Insulation B.V. RTD heeft zich bij beëindiging van het dienstverband beroepen op het non-concurrentiebeding en het bijbehorende boetebeding. RTD vordert werknemer te gebieden alle concurrerende werkzaamheden gedurende de looptijd van het concurrentiebeding te staken en gestaakt te houden op straffe van een dwangsom.

Oordeel

De kantonrechter overweegt dat een concurrentiebeding moet voorkomen dat bijvoorbeeld bedrijfsgevoelige informatie en/of klantgegevens via een ex-werknemer bij een concurrent terechtkomen. De kantonrechter ziet in deze zaak echter niet, RTD maak het in ieder geval niet concreet, welke kennis werknemer heeft die specifiek als ‘eigendom’ van RTD gezien kan worden: informatie over prijzen bijvoorbeeld, langetermijndoelen, kennis over klanten, waarmee werknemer RTD als werknemer van Bilfinger kan beconcurreren. RTD schrijft weliswaar dat werknemer beschikt over zeer uitgebreide kennis op het gebied van NDO (Niet Destructief Onderzoek) en de bijbehorende wet- en regelgeving maar niet wordt gesteld dat het gaat om kennis en expertise over door RTD ontwikkelde ‘producten’ of specifieke kennis van zaken die binnen RTD moet blijven. RTD wekt de indruk dat zij een goede en ervaren medewerker als werknemer niet graag ziet vertrekken en dit is uiteraard begrijpelijk. In dit verband wijst zij er op dat werknemer sinds kort zijn niveau 3-opleidingen succesvol heeft afgerond. Een concurrentiebeding is echter bedoeld om te voorkomen dat bedrijfsgevoelige informatie via een ex-werknemer bij de concurrentie terechtkomt, niet om te voorkomen dat ervaren en goed opgeleid personeel naar de concurrent vertrekt. RTD maakt niet, in ieder geval onvoldoende duidelijk hoe werknemer het concurrentiebeding overtreedt of kan overtreden door in dienst te treden bij Bilfinger. Omdat daardoor niet kan worden geoordeeld dat de vordering van RTD in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door de vordering van RTD in dit kort geding toe te wijzen, wordt die vordering afgewezen.