Feiten

Werkgeefster is een accountantskantoor. Werknemer is op 15 augustus 2015 bij werkgeefster in dienst getreden als assistent-accountant. Eind 2016 heeft werknemer aan werkgeefster vragen gesteld omtrent de mogelijkheid om de beschikking te krijgen over een leaseauto. De door werkgeefster hiertoe opgestelde autoleaseregeling en de bijbehorende gebruiksovereenkomst kennen een looptijd van 48 maanden. Tevens vermelden de autoleaseregeling en de gebruiksovereenkomst dat werknemer bij voortijdige uitdiensttreding de kosten van een eerdere beëindiging van de leaseovereenkomst aan werkgeefster zal vergoeden. Een offerte van 20 september 2017 van de autoleasemaatschappij aan werkgeefster vermeldt met betrekking tot de auto van werknemer, een maximumkilometrage van 165.000, een looptijd van 48 maanden en een ‘Minderdagentoeslag (te betalen bij voortijdig beëindigen)’ van € 10,26 per dag. Bij brief van 30 oktober 2019 heeft werknemer de arbeidsovereenkomst opgezegd. Een aan werkgeefster gerichte ‘Indicatie verrekenkosten bij inname’ van de autoleasemaatschappij (met als ‘Verwachte inleverdatum’ 31 december 2019) vereist betaling van de minderprijs van € 10,26 per dag, uitkomend op een bedrag van € 6.751,08, in verband met de vroegtijdige beëindiging van de overeenkomst van 658 dagen. Bij e-mailbericht van 12 december 2019 heeft werkgeefster aan werknemer opgave gedaan van de door de autoleasemaatschappij aan werkgeefster opgegeven kosten in verband met de vroegtijdige beëindiging van de leaseovereenkomst. Werknemer heeft geweigerd deze kosten te betalen. De arbeidsovereenkomst is geëindigd per 31 december 2019. Werkgeefster vordert veroordeling van werknemer om eerdergenoemd bedrag van € 6.751,08 aan werkgeefster te betalen.

Oordeel

Zorgplicht deugdelijke specificatie

Werknemer heeft terecht gesteld dat werkgeefster onvoldoende inzicht heeft gegeven in de precieze rechtsverhouding tussen werkgeefster en de autoleasemaatschappij. Zo heeft de autoleasemaatschappij een ‘Indicatie verrekenkosten bij inname’ overgelegd, waarin een ‘verwachte' inleverdatum en een ‘verwachte’ kilometerstand bij inlevering is vermeld. Het is de kantonrechter niet duidelijk of dit de definitieve afrekening is en of de hierin vermelde inleverdatum en kilometerstand corresponderen met de inleverdatum en kilometerstand toen werknemer de auto inleverde. Verder heeft werkgeefster niet gesteld dat en wanneer zij de autoleasemaatschappij betaald heeft. Werknemer heeft verder gesteld dat hij geen aanwijzingen heeft dat werkgeefster na de opzegging van de arbeidsovereenkomst intern op zoek is geweest naar medewerkers die de leaseauto konden overnemen. Volgens werkgeefster heeft zij dat wel nagegaan, maar waren er geen werknemers die de auto konden overnemen, omdat zij al een (goedkopere) leaseauto van de zaak hadden. Werkgeefster heeft dit echter ten onrechte niet met concrete feiten onderbouwd. De kantonrechter stelt werkgeefster in de gelegenheid hiertoe nadere bewijsstukken te leveren.

Inlichtingenplicht

Volgens werknemer is hij niet tijdig geïnformeerd over de kosten die verbonden kunnen zijn aan een tussentijdse beëindiging van de leaseovereenkomst. Uit de stukken kan worden afgeleid dat hij daar in die zin gelijk in heeft dat in de gebruiksovereenkomst alleen de duur van de leaseovereenkomst tussen de autoleasemaatschappij en werkgeefster (48 maanden) en de toegestane kilometrage zijn vermeld, maar niet dat voor iedere dag dat de overeenkomst vroegtijdig eindigt een bedrag van € 10,26 zou worden gerekend. Werkgeefster beschikte bij het aangaan van de leaseovereenkomst wél over die informatie, zoals blijkt uit de offerte van de autoleasemaatschappij van 20 september 2017. De hierboven vermelde ‘Indicatie verrekenkosten bij inname’ van de autoleasemaatschappij vermeldt dit bedrag ook. Werkgeefster had werknemer op dat bedrag van € 10,26 voor iedere ‘minderdag’ moeten wijzen. Werknemer had dan zowel vooraf (bij de keuze om wel of niet voor minimaal 48 maanden een leaseauto ter beschikking te krijgen) als achteraf (bij de keuze of, en zo ja per wanneer, hij uit dienst zou treden) daar rekening mee kunnen houden. De kantonrechter neemt echter wel in aanmerking dat uit de stukken blijkt dat het werknemer wel duidelijk moet zijn geweest dat er bij een beëindiging van de arbeidsovereenkomst binnen de looptijd van de 48 maanden in ieder geval enige kosten voor werkgeefster aan verbonden zouden zijn, en dat die wat werkgeefster betreft voor zijn rekening zouden komen. Indien komt vast te staan dat werkgeefster (volledig) voldaan heeft aan haar zorgplicht bij de afwikkeling van het leasecontract met de autoleasemaatschappij, is de kantonrechter alles overziend van oordeel dat de eisen van goed werkgeverschap meebrengen dat werkgeefster niet de volledige kosten (in dit geval neerkomend op meer dan twee brutomaandsalarissen) aan werknemer doorberekent, maar (slechts) 50% daarvan. In dat geval wordt een bedrag van € 3.375,54 toegewezen.