Naar boven ↑

Rechtspraak

Enexis Personeel B.V/werknemer
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 27 mei 2021
ECLI:NL:GHSHE:2021:1561
Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsverhouding. Uitvoerder is betrapt met koper in de auto, waarover hij tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd. Werkgever is daardoor het vertrouwen in werknemer verloren.

Feiten

Werknemer is op 1 december 2006 in dienst getreden bij Enexis Personeel B.V. (hierna: Enexis). De laatste functie die hij vervulde, was die van uitvoerder. Op zaterdag 22 februari 2020 is werknemer door de politie aangehouden vanwege een te zwaar beladen auto. In de auto heeft de politie onder meer tien emmers met gebruikte en nieuwe koperen s-koppelingen aangetroffen. Aan de politie heeft werknemer verteld op weg te zijn naar een metaalhandelaar. Werknemer heeft later verklaard dat dit een onhandig grapje was. Vervolgens heeft werkgever werknemer tijdens meerdere gesprekken in de gelegenheid gesteld om een toelichting te geven op deze omstandigheden waarbij werknemer tegenstrijdige, althans gewijzigde verklaringen heeft afgelegd. Op 20 juni 2020 heeft Enexis bij de kantonrechter een verzoekschrift ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontbinding afgewezen.

Oordeel

Werknemer is met een grote hoeveelheid koper van Enexis in de auto van zijn zoon in de buurt van een metaalhandelaar aangehouden door de politie. Bij de politie heeft werknemer verklaard dat hij het koper wilde verkopen aan de metaalhandelaar. Hoewel werknemer later heeft verklaard dat dit een onhandig grapje was, is hierdoor het vertrouwen van Enexis in werknemer geschaad. Vervolgens heeft Enexis werknemer tijdens meerdere gesprekken in de gelegenheid gesteld om een toelichting te geven op deze omstandigheden. Het hof stelt vast dat werknemer daarbij tegenstrijdige, althans gewijzigde verklaringen heeft afgelegd. Dat Enexis het vertrouwen in hem is verloren, heeft werknemer niet betwist. Hoewel werknemer voornoemde verklaringen wellicht onbewust, uit onhandigheid heeft gedaan, of anders heeft bedoeld, is hierdoor bij Enexis de indruk ontstaan dat werknemer niet naar waarheid heeft verteld. Het vermoeden dat werknemer het koper wilde verkopen om zichzelf te verrijken, welk vermoeden als gevolg van de omstandigheden tijdens de aanhouding is ontstaan, is hierdoor bij Enexis in elk geval niet weggenomen. Gegeven de tegenstrijdigheid en wijziging van meerdere verklaringen is dat naar het oordeel van het hof voorstelbaar. Dat de beslissing van de officier van justitie om werknemer niet te vervolgen bij Enexis niet tot andere gedachten heeft geleid acht het hof eveneens voorstelbaar. De politie had Enexis immers al eerder bericht dat de officier van justitie ongetwijfeld zal besluiten om werknemer niet te vervolgen zonder aangifte van Enexis. Dat Enexis in gesprekken met werknemer heeft getracht de waarheid te achterhalen en geen aangifte heeft gedaan waardoor geen strafrechtelijk onderzoek heeft plaatsgevonden, maakt naar het oordeel van het hof niet dat de verstoorde arbeidsverhouding is te wijten aan Enexis. De verstoring is ontstaan doordat werknemer is aangehouden, met emmers met s-koppelingen van Enexis en werknemer daarover tegenstrijdige, althans gewijzigde verklaringen heeft afgelegd. In de verstoorde arbeidsverhouding heeft Enexis naar het oordeel van het hof geen (overwegend) aandeel gehad. Naar het oordeel van het hof is de arbeidsverhouding dermate verstoord dat van Enexis in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat werknemer een leidinggevende functie vervulde en een grote mate van vrijheid genoot ten aanzien van het beheer van het materiaal van Enexis. De handelwijze van werknemer heeft het vertrouwen van Enexis, dat gegeven deze aard van de functie voor een adequate uitvoering daarvan onmisbaar is, geschonden. Voor het toekennen van een billijke vergoeding ziet het hof geen aanleiding.