Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Payper Payroll B.V.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Breda), 26 mei 2021
ECLI:NL:RBZWB:2021:2707
Sprake van opvolgend werkgeverschap tussen twee payrollwerkgevers. Vorderingen van werknemer voor vergoeding wegens onregelmatige opzegging, transitievergoeding en billijke vergoeding afgewezen.

Feiten

Per 1 augustus 2018 is werknemer bij de rechtsvoorganger van Payper in dienst getreden op basis van een payrollovereenkomst en te werk gesteld bij BKNL B.V. (hierna: BKNL) in de functie van Manager Operational Excellence. Half augustus 2020 heeft Burger King Europe GmbH dan wel de moedermaatschappij Restaurant Brands International Inc. (hierna samen genoemd: BKE) de met BKNL gesloten masterfranchise-overeenkomst opgezegd per 1 januari 2021. Vanwege deze opzegging heeft BKNL de samenwerkingsovereenkomst met Payper beëindigd per 1 januari 2021. Op 29 oktober 2020 is werknemer geïnformeerd over de beslissing van BKE dat hij bij haar te werk gesteld kan worden vanaf 1 januari 2021. Op 24 december 2020 heeft werknemer een conceptarbeidsovereenkomst van de payrollonderneming Mercans B.V. (Mercans) ontvangen met betrekking tot zijn tewerkstelling bij BKE. Per 1 januari 2021 is werknemer werkzaamheden voor BKE gaan verrichten. Bij e-mail van 6 januari 2021 heeft Payper aan werknemer meegedeeld dat de samenwerking tussen haar en BKNL tot een einde is gekomen, dat BKNL hem heeft geïnformeerd of en op welke manier het dienstverband wordt voortgezet en hij per 1 januari 2021 niet meer werkzaam is voor Payper. Op 17 februari 2021 heeft werknemer een ontvangen derde versie van de arbeidsovereenkomst met Mercans getekend voor de functie van Head of Operational Excellence & SCM/SQA. Op pagina 27 van die overeenkomst staat “Dit dienstverband maakt deel uit van een aaneengesloten dienstverband die op 01-08-2018 is begonnen.” Bij e-mail van 19 februari 2021 heeft werknemer aan Payper verzocht om betaling van de transitievergoeding alsmede de afrekening van vakantiegeld en vakantiedagen wegens beëindiging van de arbeidsovereenkomst per 1 januari 2021. De door werknemer verzochte afrekening van vakantiegeld en vakantiedagen heeft Payper na overleg met BKE aan werknemer uitbetaald, maar de transitievergoeding heeft Payper niet betaald. Partijen twisten over de vraag of er sprake is van overgang van onderneming of van opvolgend werkgeverschap.

Oordeel

Uit de overgelegde e-mailberichten van werknemer van onder meer mei 2020 blijkt dat hij deze berichten tijdens zijn dienstverband met Payper – toen hij tewerkgesteld was bij BKNL – ondertekende met de functie Head of Operational Excellence & SCM/SQA, waarbij SCM voor “Supply Chain Management” en SQA voor “Supply Quality Assurance” staat. Deze functie is werknemer blijkens de door hem ondertekende arbeidsovereenkomst blijven verrichten ten behoeve van BKE, maar dan in zijn dienstverband met Mercans. Daarbij is het brutomaandloon van werknemer exact hetzelfde gebleven. Bij dezelfde functietitels en hetzelfde salaris ligt het naar het oordeel van de kantonrechter (in beginsel) voor de hand dat het om nagenoeg hetzelfde werk gaat waarvoor wezenlijk dezelfde vaardigheden en verantwoordelijkheden vereist zijn. Niet, althans onvoldoende gemotiveerd, weersproken is dat werknemer zijn belangrijkste taken op het gebied van operations excellence en supply chain is blijven verrichten voor BKE. Ondanks de betwisting van Payper heeft werknemer echter niet onderbouwd dat die andere taken dusdanig veel gewicht in de schaal leggen dat daardoor geconcludeerd moet worden dat niet meer van wezenlijk dezelfde vaardigheden en verantwoordelijkheden kan worden uitgegaan. Dit had in het licht van dezelfde functietitels en dezelfde belangrijkste taken op het gebied van operations excellence en supply chain wel op de weg van werknemer gelegen. Daarom wordt ervan uitgegaan dat er in de nieuwe arbeidsovereenkomst met Mercans sprake is van wezenlijk dezelfde vaardigheden en verantwoordelijkheden. Niet in geschil is dat de masterfranchise-overeenkomst tussen BKNL en BKE in augustus 2020 werd beëindigd per 1 januari 2021, het Ad Fund van BKNL is overgegaan naar BKE en het van belang werd geacht (door de franchisenemers en BKNL) dat werknemer met nog drie andere werknemers de werkzaamheden kon blijven verrichten voor het Ad Fund. Dit is de reden van de overgang geweest van werknemer van BKNL (in dienst van Payper) naar BKE (in dienst van Mercans). Daarmee is naar het oordeel van de kantonrechter in dit geval sprake van een in de parlementaire geschiedenis bedoelde situatie dat het werk van de ene naar de andere werkgever overgaat en de werknemer dan het werk volgt. Het voorgaande leidt ertoe dat Mercans als opvolgend werkgever van Payper te beschouwen is. Dat die opvolging op 1 januari 2021 nog niet formeel geregeld was, maakt dit niet anders. Werknemer heeft ook nog aangevoerd dat – zelfs al zou sprake zijn van opvolgend werkgeverschap – Payper niet rechtsgeldig heeft opgezegd en dat zijn verzoeken daarom moeten worden toegewezen. De kantonrechter volgt werknemer niet in dat standpunt. Gelet op vermelde omstandigheden en het feit dat werknemer zelf al in december 2020 onderhandeld heeft met Mercans over een aansluitend dienstverband dat hij op 17 februari 2021 (met terugwerkende kracht) getekend heeft en waarin staat dat er sprake is van een voortzetting van het eerdere dienstverband met Payper, kan de e-mail van Payper van 6 januari 2021 naar het oordeel van de kantonrechter niet worden beschouwd als een opzegging van de arbeidsovereenkomst door Payper. Deze e-mail moet veeleer als een bevestiging worden gezien dat de arbeidsovereenkomst per 1 januari 2021 door een andere (opvolgende) werkgever zal worden voortgezet. Op grond van het voorgaande is er geen grond voor toewijzing van de verzochte vergoedingen.