Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 10 juni 2021
ECLI:NL:GHSHE:2021:1703
Werknemer neemt onaanvaardbaar risico door samen met collega een sloot in te gaan en met een schep rond een beschadigde kabel – die 250 Ampère transporteert – te steken. Zowel werknemer als zijn collega zou kortsluiting niet hebben overleefd. Ontslag op staande voet houdt stand.

Feiten

Werknemer is op 1 december 2007 in dienst getreden bij werkgeefster en was laatstelijk werkzaam als projectleider. Op 17 augustus 2020 is werknemer op staande voet ontslagen. De ontslagbrief van diezelfde datum vermeldt onder meer het volgende. Werknemer is op 8 augustus 2020 naar een klant toegereden, omdat daar kortsluiting was ontstaan. Hij heeft daar de leiding op zich genomen. Allereerst gaf hij volgens werkgeefster de monteur de opdracht om in een natte sloot een kabel vrij te graven, terwijl hij niet wist of er naast die ene kabel nog meer kabels waren geraakt; hoewel de spanning van de betreffende kabel was gehaald, was dit volgens werkgeefster toch uiterst gevaarlijk. Werknemer heeft toen vastgesteld dat vocht in de kabel kortsluiting had veroorzaakt, waarop hij de monteur de opdracht gaf de kabel af te plakken met een plastic zak. Daarna heeft de monteur van werknemer de opdracht gekregen de defecte kabel – van 250 Ampère – weer onder spanning te zetten. Volgens getuigen was sprake van een flinke knal en een vlamboog. Werknemer heeft toen volgens werkgeefster aangegeven dat de kabel hierdoor weer aan elkaar gelast zou zijn. Toen werknemer de noodreparatie aan een aantal collega’s liet zien, is wederom kortsluiting ontstaan. Een vlam ging rakelings langs het gezicht van een collega, aldus werkgeefster. Op grond van het voorgaande heeft werkgeefster werknemer ontslagen. Werknemer stelt zich op het standpunt dat het ontslag op staande voet geen stand kan houden en dat hem een billijke vergoeding toekomt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het ontslag rechtsgeldig is gegeven en dat het handelen van werknemer als ernstig verwijtbaar kan worden gekwalificeerd. Werknemer heeft hoger beroep ingesteld.

Oordeel

Het hof is van oordeel dat werknemer, toen hij en een collega de slootin gingen, niet 100% zeker kon weten dat de andere kabels, die dicht bij de beschadigde kabel in de sloot lagen, niet beschadigd waren of nog beschadigd konden worden. Het staat immers vast dat werknemer op het moment dat ze de sloot in gingen óók wist dat op dezelfde plek in de afgelopen drie weken al twee keer eerder een storing had plaatsgevonden die – zoals hij zelf heeft verklaard – al veel eerder gerepareerd had moeten worden. Voorts staat vast dat werknemer wist dat er op dezelfde plaats eerder al was gegraven met een graafmachine. Het is niet voor 100% uit te sluiten dat de graver de andere kabels eveneens licht heeft aangetikt. Werknemer heeft aldus een onaanvaardbaar risico genomen voor zichzelf en de storingsmonteur door onbeschermd (en met metalen schep) de natte sloot in te gaan en rond de beschadigde kabel te gaan steken. Buiten discussie is dat door de betreffende kabels 250 Ampère wordt getransporteerd en dat zowel werknemer als zijn collega kortsluiting in de sloot niet zou hebben overleefd. Werknemer heeft vervolgens de kabel in een plastic tas laten verpakken en de spanning weer op de kabel gezet, waardoor het in de nabijheid van zes mensen tot een ontploffing en een vlamboog is gekomen. Ook hiermee heeft werknemer volgens het hof een onaanvaardbaar risico genomen voor zichzelf én voor anderen. Het hof neemt bij zijn oordeel mede in aanmerking dat werknemer een hoge leidinggevende functie vervulde bij werkgeefster en – onbetwist – op de hoogte was van de hoge veiligheidseisen bij werkgeefster, waaraan in maandelijkse meetings aandacht werd besteed. Ook neemt het hof mee dat werknemer hardnekkig blijft volharden dat hij niks verkeerds heeft gedaan en het (waarschijnlijk) ‘zo weer zou doen’. Het ontslag op staande voet houdt derhalve stand. Een en ander is tevens als ernstig verwijtbaar handelen aan te merken, zodat werknemer geen recht heeft op de transitievergoeding.