Feiten

In het tussenvonnis van 3 december 2020 (AR 2021-0864) is het geschil in het incident afgedaan. Olympia is daarbij veroordeeld om aan werkneemster een afschrift te verstrekken van de overzichten van haar dienstreizen over de periode van juli 2018 tot 25 januari 2019 met vermelding van data en adressen. In de hoofdzaak is werkneemster in de gelegenheid gesteld zich nader uit te laten over de hoogte van de door haar gevorderde reiskostenvergoeding.

Oordeel

De kantonrechter is van oordeel dat Olympia slaagt in haar verweer dat werkneemster op 26 september 2018 41 kilometer te veel heeft opgevoerd, vanwege een verplaatsing van een straat in Eindhoven naar het kantooradres van Olympia. Hoewel het een verplaatsing van een adres in Waalre betrof, is duidelijk dat de afstand van de dienstreis geen 48,2 kilometer kan zijn geweest, zoals werkneemster heeft opgevoerd. Een afstand van 7,2 kilometer (48,2 km -/- 41 km) komt niet onredelijk voor, zodat daarvan wordt uitgegaan. Het gevolg van deze correctie is dat voor deze dag recht bestaat op een kilometervergoeding voor 123,2 kilometer, oftewel € 32,06. Anders gezegd, op de vordering van werknemer wordt een bedrag van € 11,07 in mindering gebracht. Olympia heeft verder aangevoerd dat van 47 dagen geen specificatie is gegeven, zodat de voor die dagen opgevoerde kilometers niet te controleren zijn. Omdat Olympia bij deze stelling niet heeft onderbouwd welke dagen zij precies bedoelt, wordt dit verweer verworpen. Olympia heeft tot slot aangevoerd dat werkneemster is voorbijgegaan aan een tussen partijen gemaakte afspraak dat de kilometers van het werk naar huis niet door de werkgever worden vergoed. Dit verweer wordt gepasseerd omdat het niet eerder in de procedure is aangevoerd terwijl daarvoor wel aanleiding was. Dit alles leidt ertoe dat Olympia wordt veroordeeld om € 3.599,30 netto aan reiskostenvergoeding aan werkneemster te betalen (€ 3.610,37 verminderd met € 11,07 (41 km à € 0,27)). De wettelijke rente wordt toegewezen vanaf de dag van dagvaarding.