Naar boven ↑

Rechtspraak

UnLimiteD B.V./werkneemster
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 30 juni 2021
ECLI:NL:RBMNE:2021:2910
Werkgeefster heeft haar stellingen over de houding en het gedrag van werkneemster onvoldoende (feitelijk) onderbouwd. Geen ontbinding op de e-grond, wel op de g-grond, omdat inmiddels sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding.

Feiten

Werkneemster is op 17 oktober 2013 in dienst getreden bij (de rechtsvoorganger van) Unlimited. Werkneemster heeft bij haar jaarlijkse functioneringsgesprekken goede beoordelingen gehad. In het voorjaar van 2020 heeft Unlimited – zonder overleg met de personeelsvertegenwoordiging – besloten de locatie waar werkneemster werkzaam was te sluiten. Dit besluit zou een verplaatsing inhouden van de werklocatie van een aantal medewerkers, onder wie werkneemster. De personeelsvertegenwoordiging heeft zich verweerd tegen de gang van zaken omdat het besluit niet aan haar was voorgelegd. Bij e-mail van 19 maart 2020 heeft werkneemster verzocht of zij haar werkzaamheden thuis uit mag voeren, omdat zij zich zorgen maakte over de “coronasituatie”. Op 22 april 2020 heeft er een gesprek plaatsgevonden, waarin de directeur klachten heeft benoemd van medewerkers over werkneemster. Werkneemster zou roddelen, collega's opstoken, sociale druk uitoefenen en  zich negatief en suggestief uitlaten over de bestuurder van de organisatie. Werkneemster heeft de klachten weersproken. Unlimited heeft werkneemster de mogelijkheid geboden om – zonder verbetertraject – “stilletjes” te vertrekken met een vaststellingsovereenkomst. Diezelfde dag is een conceptvaststellingsovereenkomst aan werkneemster toegezonden. Op 23 april 2020 is werkneemster uitgenodigd voor een functioneringsgesprek voor 29 april 2020. Werkneemster heeft op 28 april 2020 gemeld dat zij niet in staat is om het gesprek van 29 april 2020 bij te wonen. Unlimited heeft haar per die dag ziek gemeld. Op 19 mei 2020 heeft de bedrijfsarts geoordeeld dat sprake is van volledige arbeidsongeschiktheid, dat interventie op dat moment niet aan de orde was en dat het advies was om een driegesprek met een onafhankelijk gespreksleider te organiseren. In de zomer van 2020 zijn stappen gezet om een mediationtraject te beginnen. Dat traject heeft in het najaar van 2020 plaatsgevonden, maar heeft niet tot een oplossing geleid. Unlimited verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

Oordeel

Werkneemster is tot januari 2020 met een “uitmuntend” en “goed” beoordeeld. In de ogen van Unlimited is in die situatie in maart 2020 verandering gekomen vanwege de klachten die zij stelt te hebben ontvangen. De kantonrechter is van oordeel dat het, gelet op de gemotiveerde betwisting door werkneemster, op de weg van Unlimited had gelegen om haar stellingen over de houding en het gedrag van werkneemster nader feitelijk te onderbouwen. Nu zij dat niet heeft gedaan, en blijkens haar opstelling ter zitting dit ook niet mogelijk vond, zijn de feiten die aan de klachten ten grondslag liggen, niet komen vast te staan. De kantonrechter is verder van oordeel dat – ook als de gestelde feiten waarop de klachten zijn gebaseerd wel zouden komen vast te staan – die klachten onvoldoende zwaarwegend zijn voor de conclusie dat werkneemster zodanig verwijtbaar heeft gehandeld dat op de e-grond een ontbinding aan de orde zou zijn. Werkneemster is overrompeld met een aantal klachten en heeft geen verbetertraject kunnen doorlopen. Gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting is genoegzaam gebleken dat werkneemster over het vermogen beschikt om te reflecteren op haar eigen gedrag, zodat – als de klachten terecht zouden zijn geuit – het mogelijk zou zijn geweest om verbetering te bereiken. Wel is naar oordeel van de kantonrechter inmiddels sprake van een verstoorde arbeidsverhouding. De ontbinding zal dan ook worden toegewezen op de g-grond. Werkneemster maakt aanspraak op een transitievergoeding. Daarnaast ziet de kantonrechter redenen aanwezig om werkneemster een billijke vergoeding toe te kennen, omdat aan de zijde van Unlimited sprake is van ernstig verwijtbaar handelen.