Rechtspraak
Rechtbank Oost-Brabant, 27 juli 2021Feiten
Eurostrip B.V. is onderdeel van Decor Son, een onderneming die onder andere bouwmaterialen, isolatie, tegels en tuinartikelen levert aan bouwmarkten in Europa. De productiemedewerkers van Eurostrip werken van maandag tot en met zondag volgens een schema van twee dagen op en twee dagen af, waarbij per dag 11,25 uur werd gewerkt. Werknemer is sinds 4 oktober 1999 werkzaam bij Eurostrip, laatstelijk in de functie van operator. Hij is sinds 31 maart 2020 arbeidsongeschikt. Op 29 juni 2020 heeft Eurostrip werknemer op staande voet ontslagen, wegens fraude met de tijdsregistratie. Volgens Eurostrip was binnen haar onderneming sprake van grootschalige fraude, doordat er werktijd werd geklokt, terwijl er geen werkzaamheden werden verricht. Volgens Eurostrip kwam een van de werknemers dan aan het einde van de werkdag terug en klokte deze (ook) voor zijn collega’s uit. Werknemer verzoekt primair het ontslag op staande voet te vernietigen. Eurostrip voert verweer en verzoekt voorwaardelijk de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Bij tussenbeschikking is Eurostrip toegelaten bewijs te leveren van haar stelling dat werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan fraude met zijn tijdsregistratie door – al dan niet zelf – in en/of uit te klokken en in de tussenliggende tijd niet voortdurend aanwezig te zijn op de productielocatie.
Oordeel
Ontslag op staande voet
De kantonrechter is van oordeel dat Eurostrip niet is geslaagd in haar bewijsopdracht. Dat de door haar voorgebrachte getuigen naar het oordeel van Eurostrip minder of anders hebben verklaard dan Eurostrip vooraf heeft ingeschat, komt voor haar rekening en risico. Geen van de gehoorde getuigen heeft verklaard te hebben gezien dat specifiek werknemer op een of meer dagen heeft gefraudeerd met zijn tijdsregistratie (door ingeklokt te blijven staan en wel te vertrekken om later uit te klokken of zich te laten uitklokken). Bovendien zijn de getuigenverklaringen op belangrijke onderdelen niet consistent. Omdat de stelling van Eurostrip niet is komen vast te staan, is de aan het ontslag ten grondslag gelegde dringende reden niet komen vast te staan. Het ontslag op staande voet wordt vernietigd.
Ontbinding arbeidsovereenkomst
Eurostrip heeft voorts de opdracht gekregen te bewijzen dat werknemer wist of had moeten weten dat collega’s van werknemers hebben gefraudeerd met (hun) tijdsregistratie. Ook hier komt de kantonrechter tot de conclusie dat Eurostrip niet is geslaagd in de haar gegeven bewijsopdracht. Eurostrip heeft drie ontbindingsgronden aangevoerd. Ten eerste (ernstig) verwijtbaar handelen van werknemer. Nu niet is komen vast te staan dat werknemer heeft gefraudeerd dan wel wist van de fraude, kan op de e-grond het verzoek niet worden toegewezen. Ook van een voldragen g-grond is geen sprake, nu niet is aangetoond dat werknemer weet had van de fraude. De i-grond is door Eurostrip niet nader toegelicht. Anders dan waarvan Eurostrip uitgaat, is er geen sprake van de situatie dat het handelen van werknemer ‘net onvoldoende’ is voor ontbinding op de e- of g-grond, maar volgt uit hetgeen door de kantonrechter is overwogen dat het door Eurostrip gestelde handelen van werknemer niet is komen vast te staan. Afwijzing van het ontbindingsverzoek volgt.