Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 31 augustus 2021
ECLI:NL:RBROT:2021:8902
Feiten
Werknemer was vanaf 8 januari 2018 bij A2B-online Container B.V. (hierna: A2B-online) in dienst, maar heeft zijn arbeidsovereenkomst per 1 augustus 2021 opgezegd. Werknemer is per die datum in dienst getreden bij Samskip, een concurrent van A2B-online. Werknemer en A2B-online zijn een relatiebeding overeengekomen. Dit luidt als volgt: “Het is werknemer verboden binnen twaalf maanden na beëindiging van het dienstverband betrokken te zijn dan wel contacten te (doen) onderhouden en/of in dienst te treden dan wel werkzaamheden te verrichten voor of diensten te verlenen aan relaties, klanten, opdrachtgevers en leveranciers van werkgever. Het is werknemer eveneens verboden binnen twaalf maanden na beëindiging van het dienstverband relaties, klanten, opdrachtgevers en leveranciers van werkgever te benaderen, tenzij met voorafgaande en schriftelijke toestemming.” Ook in het arbeidvoorwaardenreglement is een gelijkluidend relatiebeding opgenomen, zij het dat er in plaats van “contacten” “contracten” staat vermeld. A2B-online vordert tot onverkorte nakoming van het relatiebeding.
Oordeel
Uitleg relatiebeding
De kantonrechter overweegt dat partijen van mening verschillen over de uitleg en reikwijdte van het relatiebeding. De kantonrechter gaat voorbij aan de stelling van werknemer dat het relatiebeding niet duidelijk is geformuleerd en dat daardoor voor hem niet duidelijk is welke restrictie geldt. Gelet op de tekst van het relatiebeding is duidelijk dat het woord “contracten” in het arbeidsvoorwaardenreglement een verschrijving is en dat daar ook het woord “contacten” is bedoeld. De kantonrechter stelt vast dat het relatiebeding geen onderscheid maakt tussen exclusieve en niet-exclusieve (gemeenschappelijke) relaties, waardoor in beginsel ook gemeenschappelijke relaties onder bedoeld verbod vallen. Werknemer heeft onvoldoende toegelicht op grond waarvan hij ervan mocht uitgaan dat gemeenschappelijke relaties van een toekomstige werkgever niet onder het beding zouden vallen. De kantonrechter gaat eveneens voorbij aan de stelling van werknemer dat het beding te ruim is opgezet. Uit hoofde van zijn functie weet werknemer wie de relaties van A2B-online zijn. Daarnaast heeft A2B-online een lijst opgesteld van de relaties die volgens haar onder het beding vallen.
Belangenafweging
Volgens de kantonrechter prevaleert het belang dat A2B-online heeft bij het relatiebeding onder de gegeven omstandigheden boven het belang van werknemer. Niet in geschil is dat werknemer een belangrijke commerciële functie had en de relaties van A2B-online goed kende, omdat hijzelf het contact met (het belangrijkste deel van) deze relaties onderhield. A2B-online is een relatief kleine speler in de branche, die uitsluitend het Verenigd Koninkrijk (VK) bedient. Samskip bedient een groter geografisch gebied, waaronder ook het VK. A2B-online heeft er belang bij dat voorkomen wordt dat zij klanten verliest aan Samskip voor wat betreft de dienstverlening voor het vervoer van en naar het VK. Daarbij is niet in geschil dat sprake is van een extreem concurrerende markt, waarbij een goed contact met de klanten van belang is. Het standpunt van werknemer dat hij door het relatiebeding onbillijk wordt benadeeld, wordt niet gevolgd. Bovendien geldt dat Samskip hem reeds heeft aangenomen, wetende dat hij aan een relatiebeding is gebonden met A2B-online. Kennelijk heeft het relatiebeding hem niet zodanig beperkt dat er binnen de branche voor hem geen mogelijkheden meer zijn. Vast staat dat hij belemmerd zal worden om zijn functie bij Samskip uit te oefenen op een wijze zoals hij zou willen, maar dat hij deze functie in het geheel niet kan uitoefenen is gesteld noch gebleken. Bovendien heeft Samskip dit risico kennelijk voor lief genomen. De kantonrechter wijst de vordering tot nakoming dan ook toe.