Rechtspraak
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 14 september 2021
ECLI:NL:GHDHA:2021:1629
Feiten
Werknemer is met ingang van 1 februari 2001 bij Coöperatie Koninklijke Cosun U.A. (hierna: CBC) in dienst getreden als heftruckchauffeur voor veertig uur in de week. Hij was werkzaam in de Specialiteitenfabriek te Puttershoek. Als heftruckchauffeur werkte werknemer in ploegendienst. Werknemer is op 28 mei 2020 op staande voet ontslagen. Werknemer is op staande voet ontslagen vanwege gesjoemel met werktijden en overuren. De werkgever is van mening dat de werknemer stelselmatig te weinig uren werkte en dat hij een onjuiste overwerkbon onder valse voorwendselen heeft geprobeerd te verwisselen voor een juiste bon. De kantonrechter was van oordeel dat het ontslag op staande voet per 28 mei 2020 rechtsgeldig is gegeven. Werknemer is hiervan in hoger beroep gekomen.
Oordeel
Ontvankelijkheid
CBC heeft in incidenteel appel aangevoerd dat werknemer niet-ontvankelijk had moeten worden verklaard in zijn verzoek, omdat dit verzoek in strijd met artikel 1.3.3 van de Tijdelijke algemene regeling zaaksbehandeling Rechtspraak niet is verzonden naar een daartoe opengesteld veilig e-mailadres van de kantonrechter te Dordrecht. Voor zover CBC het standpunt inneemt dat werknemer het verzoekschrift niet naar een ‘veilig mailen voorziening’ van de rechtbank Rotterdam heeft gestuurd, geldt het volgende. Werknemer heeft bij verweerschrift in incidenteel appel gedetailleerd toegelicht dat bij veilig mailen via Zivver het beveiligd e-mailadres in de balk ‘geadresseerde’ wordt geconverteerd naar een ander adres. In dit geval wordt kantonverzoek.rtm@rechtspraak.nl geconverteerd in: kanton.verzoekschriften.en.kortgedingen.rb-rotterdam@rechtspraak.nl. CBC heeft deze toelichting niet – althans niet voldoende – weersproken. Het hof gaat er dan ook van uit dat werknemer zijn verzoek naar een door de rechtspraak aangewezen, beveiligd e-mailadres bij de rechtbank Rotterdam heeft verstuurd. Het incidenteel appel is dus ongegrond.
Bewijslevering
Voor het antwoord op de vraag of CBC werknemer op goede gronden op staande voet heeft ontslagen, is van doorslaggevend belang of werknemer – zoals CBC stelt maar werknemer uitdrukkelijk betwist – heeft geprobeerd de eerste door hem ingediende overwerkbon over april 2020 om te wisselen om zo te verhinderen dat uit zou komen dat hij te veel overuren had gedeclareerd. Nu werknemer de door CBC gestelde gang van zaken omtrent de overwerkbon voor april 2020 gemotiveerd heeft betwist, zal het hof CBC toelaten tot het leveren van bewijs van haar stellingen.