Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/werkgeefster
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 1 september 2021
ECLI:NL:RBMNE:2021:4067
Werkneemster stelt werkgeefster (glasfabriek) aansprakelijk voor longaandoening. Kantonrechter is voornemens eerst nader onderzoek in te stellen (via deskundigenonderzoek), nu op basis van processtukken niet vast is te stellen of werkneemster is blootgesteld aan silica en dat daardoor haar gezondheidsklachten zijn veroorzaakt.

Feiten

Werkneemster is vanaf 1983 (volgens werkneemster) dan wel 1987 (volgens werkgeefster) bij werkgeefster werkzaam (glasfabriek), laatstelijk in de functie van productcontroleur/lijncontroleur. Tot haar taken behoorden in ieder geval het controleren van geproduceerde glazen en voeten en het verhelpen van storingen bij de aanvoer en afvoer daarvan. Daarbij ging soms glaswerk kapot. Op 18 december 1998 is werkneemster voor het eerst uitgevallen met hoest- en longklachten. In 2000 is zij gere-integreerd in een administratieve functie. Op 12 maart 2019 is zij opnieuw volledig uitgevallen als gevolg van toenemende ernstige longklachten en vermoeidheid. Na re-integratie vanaf juni 2020 werkt zij vanaf juli/augustus 2020 weer 12 uur per week. De klachten van werkneemster zijn op 12 maart 1999 door de longarts gediagnosticeerd als (waarschijnlijk) sarcoïdose (een longaandoening, waarvan de oorzaak onbekend is) stadium II. In 2008 is twijfel ontstaan over de juistheid van deze diagnose en is het biopt her-beoordeeld, met als aanvullend gegeven dat werkneemster destijds werkzaam was in de glasproductie. De destijds geopperde diagnose sarcoïdose met fibrose behoort op basis van het nieuwe onderzoek nog steeds tot de mogelijkheden, maar sarcoïdose in combinatie met silicose (een vorm van stoflongen die veroorzaakt wordt door het inademen van silica) is ook een mogelijkheid. Uit onderzoek in 2009 blijkt dat causaal verband met arbeidsomstandigheden wordt vermoed. In de jaren daarna zijn enkele onderzoeken uitgevoerd, waaronder in 2016 onderzoek door Expertise Center Environmental Medicine (hierna: ECEMed) van het Rijnstate Ziekenhuis in Arnhem. Hieruit blijkt dat de klachten en afwijkingen van de luchtwegen en de algemene vermoeidheid met grote waarschijnlijkheid verband houden met haar werkzaamheden in de glasfabriek. Zij stellen dat, gezien de mate van blootstelling aan glasstof en silica tijdens haar werkzaamheden in de glasfabriek, sprake is van een beroepsziekte. Werkneemster verzoekt de kantonrechter werkgeefster te veroordelen om aan haar alle door haar geleden en nog te lijden schade, zowel materieel als immaterieel, te voldoen.

Oordeel

Deze zaak betreft de vraag of werkgeefster aansprakelijk is voor de klachten die werkneemster sinds 1998 in toenemende mate aan de luchtwegen en longen ervaart. De aansprakelijkheid van werkgeefster is gebaseerd op artikel 7:658 BW. De zorgplicht uit dit artikel strekt zich ook uit tot grond- en hulpstoffen waarmee de arbeid wordt verricht. Werkgeefster heeft betwist dat de klachten van werkneemster zijn veroorzaakt door inademing van (schadelijke) stoffen op het werk. Naar het oordeel van de kantonrechter is op basis van de processtukken niet vast te stellen of de stelling van werkneemster dat zij is blootgesteld aan (kristallijn) silica en dat haar gezondheidsklachten daardoor zijn veroorzaakt terecht is. Werkneemster heeft gesteld dat bij de beoordeling van het longbiopt in 2008 silica in de longen is aangetroffen. Hoewel werkneemster en een aantal rapporteurs (waaronder ECEMed) hiervan uitgaan, volgt dit niet ondubbelzinnig uit het daarvan gemaakte verslag. Daarnaast zijn ook granulomateuze ontstekingen geconstateerd die niet bij silicose worden beschreven. In de aanvulling van 8 september 2008 staat vermeld dat het dubbelbrekend materiaal silicium en aluminium is, qua hoeveelheden bovennormaal. Silicium is echter niet hetzelfde als silica. Desondanks wordt in de aanvulling wel gewezen op de mogelijkheid van silicose (naast sarcoïdose), mits beroepsanamnese, klinische en radiografische bevindingen in die richting wijzen. Dit is echter onvoldoende om van de juistheid van de stelling van werkneemster uit te gaan. Evenmin is het rapport van ECEMed voldoende overtuigend. Het van de zijde van werkgeefster opgemaakte rapport ‘Alles draait om glas’ en het rapport van ECEMed spreken elkaar tegen wat betreft de blootstelling aan (kristallijn) silica door glasafval en glasstof. Daarnaast blijkt uit het rapport van ECEMed dat zij niet zelf onderzoek heeft gedaan naar de arbeidsomstandigheden en daarmee naar de (mate van) blootstelling bij werkgeefster. Verder is in de andere medische rapporten juist aangegeven dat nog niet vaststaat dat zij die stoffen in de uitoefening van haar werk bij werkgeefster heeft binnengekregen en dat nader (blootstellings)onderzoek moet plaatsvinden. Bij deze stand van zaken is de kantonrechter voornemens eerst nader onderzoek in te stellen naar de eventuele blootstelling aan (kristallijn) silica bij werkgeefster op de werkplekken van werkneemster tot 1998 door een (onpartijdige) deskundige te benoemen en deze daarover te laten rapporteren. Voordat de kantonrechter het deskundigenonderzoek zal gelasten zal hij partijen in de gelegenheid stellen zich uit te laten over de wenselijkheid daarvan, over het aantal en het specialisme van de te benoemen deskundige(n) en over de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen. De kantonrechter zal de zaak naar de rol verwijzen.