Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 1 september 2021
ECLI:NL:RBMNE:2021:4197
Benoeming deskundige in zaak met betrekking tot een vordering op grond van werkgeversaansprakelijkheid.

Feiten

Partijen zijn in het tussenvonnis van 30 juni 2021 in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over – kort gezegd – de te benoemen deskundige en de aan de deskundige te stellen vragen.

Oordeel

In het tussenvonnis is onder 5.7. een aantal vragen vermeld die de kantonrechter voornemens is aan de deskundige voor te leggen. Werkneemster heeft gevraagd om een vraag toe te voegen, kort gezegd of een rapport voor bedrijfsartsen is gevolg naar mening van de deskundige, omdat dit volgens haar relevant is voor de bewijswaardering. Werkgever heeft hier bezwaar tegen gemaakt. Naar het oordeel van de kantonrechter kan bij de waardering van het medisch advies van [A] relevant zijn in hoeverre bij de totstandkoming van dit advies een werkwijze is gevolg die bij beroepsgenoten gebruikelijk is. De vraag wordt toegevoegd. Werkneemster heeft verder gevraagd een verhelderende vraag toe te voegen, omdat dit volgens haar relevant is voor de beoordeling van de relevante rechtsvragen c.q. beslispunten. Werkgever maakt ook tegen deze aanvulling bezwaar. De kantonrechter deelt het standpunt van werkgever dat de door werkneemster verzochte aanvulling al voldoende in een al geformuleerde vraag ligt besloten. B wordt benoemd als deskundige.