Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 7 oktober 2020
ECLI:NL:RBMNE:2020:6015
Feiten
Econocom ontwerpt, financiert en begeleidt de digitale transformatie van bedrijven, overheid en zorgorganisaties. Econocom levert met name IT-apparatuur door middel van leasecontracten. Werknemer is op 1 oktober 2003 in dienst getreden van Econocom. Sinds 2021 was werknemer verantwoordelijk voor het management en de ontwikkeling van strategic accounts, in het bijzonder gemeentes. Hij rapporteerde vanaf januari 2019 aan de co-CEO van de Nederlandse organisatie. In artikel 14 van de arbeidsovereenkomst staat dat het werknemer niet is toegestaan om in verband met de vervulling van zijn functie van derden, direct of indirect, enigerlei provisie, tegemoetkoming of vergoeding in welke vorm dan ook, of geschenken aan te nemen of te bedingen. Een vergelijkbare regeling staat in de gids. Er is een uitzondering geformuleerd voor relatiegeschenken die in de markt gebruikelijk zijn én die een ondergeschikte waarde vertegenwoordigen (minder dan 25 euro). In artikel 1.5 van de gids staat onder meer dat werknemer dient te voorkomen dat hij in een situatie terechtkomt waarin zijn belangen tegenstrijdig zijn aan die van werkgever. Werknemer was belast met een grote klant van Econocom. Econocom heeft aan deze klant leningen verstrekt. Werknemer heeft zich op 4 januari 2020 ziekgemeld als gevolg van spanningsklachten (burn-out). In opdracht van Econocom heeft onderzoeksbureau Hoffmann in februari en maart 2020 onderzoek gedaan naar de gedragingen van werknemer. Econocom heeft werknemer op donderdag 19 maart 2020 uitgenodigd voor een telefonisch overleg op vrijdag 20 maart 2020 over zaken die Econocom verontrustend vond. Op vrijdag 20 maart 2020 om 17.39 uur heeft Econocom een brief aan werknemer doen toekomen waarmee de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang is opgezegd. De tekst van de negen pagina’s tellende brief wordt geacht hier te zijn ingevoegd en herhaald. In de brief is de voorwaarde geformuleerd waaronder het ontslag is gegeven. Dat is de voorwaarde dat werknemer in de periode tot en met woensdag 25 maart te 18:00 uur geen afdoende verklaring kan geven voor de feiten die zich volgens Econocom hadden voorgedaan en een dringende reden voor ontslag opleverden. De medewerkers van Hoffmann hebben op 30 april 2020 een schriftelijk rapport aan Econocom uitgebracht. Dat rapport is daarna ook aan werknemer verstrekt. De grote klant van Econocom is in staat van faillissement verklaard. Werknemer verzoekt onder meer vernietiging van het ontslag op staande voet van 20 maart 2020, wedertewerkstelling en loondoorbetaling.
Oordeel
Dringende reden
Econocom heeft inhoudelijk voldoende onderbouwd dat sprake was van een dringende reden voor ontslag. In de ontslagbrief staan elf onderwerpen. Econocom heeft werknemer als eerste verweten dat hij zichzelf met hulp van X en diens onderneming voor zeer grote bedragen heeft verrijkt ten koste van Econocom en dat hij zakelijke en privébelangen onaanvaardbaar heeft verstrengeld. De kantonrechter moet dit verwijt juist oordelen. Werknemer heeft erkend dat hij al jarenlang hecht bevriend is met X. Hij heeft ook erkend dat binnen deze vriendschap over en weer grote bedragen zijn gegeven en geleend en dat samen bedrijfsmatig is geïnvesteerd in paarden via een vennootschap van werknemer. Toch heeft werknemer de grote klant van Econocom geadviseerd om X via diens onderneming in te huren als consultant, heeft werknemer aan X gedicteerd hoe hij de facturen voor de consultancywerkzaamheden moest inrichten en heeft werknemer afgesproken dat de facturen voor de consultancywerkzaamheden van X door Econocom (aanvankelijk voor de helft en later volledig) zouden worden betaald. De facturen waren zeer hoog, laatstelijk € 120.000 per kwartaal voor 3,5 dag per week. In totaal heeft Econocom in de periode 2015-2019 een bedrag van € 2.177.317,45 aan facturen van de onderneming van X betaald. Werknemer had moeten beseffen dat hij niet tegelijkertijd zijn persoonlijke vriendschaps- en handelsbelangen en de zakelijke belangen van Econocom en haar klant mocht dienen. Het is ook voldoende aannemelijk geworden dat werknemer persoonlijk heeft geprofiteerd van de verstrengeling van belangen. De omvang daarvan kan worden afgeleid uit de e-mail van 4 oktober 2018 van werknemer aan X. Werknemer heeft toen opgegeven dat hij in privé nog € 45.000 (restant van een lening van € 100.000) wilde ontvangen en zakelijk, via zijn vennootschap, nog betaling van een vordering van € 175.000. Het is aannemelijk dat X de lening heeft afgelost en de vordering heeft betaald vanuit (een deel van) de opbrengst van zijn consultancywerkzaamheden en dat zo (een deel van) die opbrengst bij werknemer terecht is gekomen. Werknemer heeft X ook gevraagd via diens vennootschap (een deel van) de kosten van het feest voor de vijftigste verjaardag van zijn echtgenote en het eindexamenfeest van zijn zoon op zich te nemen. Het is zonneklaar dat dergelijke verzoeken aan de consultant van een klant die (mede of geheel) door de eigen werkgever wordt betaald niet door de beugel kunnen en in strijd zijn met het verbod in de arbeidsovereenkomst op het aannemen van geschenken. De aard van de belangenverstrengeling die aan het licht is gekomen, is zodanig dat geen weldenkende werkgever werknemer als belangrijke functionaris zou willen handhaven. Het ontslag op staande voet is daarom op inhoudelijke gronden rechtsgeldig. Ook andere onderwerpen die aan het ontslag ten grondslag zijn gelegd, onder meer de verzoeken of opdrachten aan leveranciers om een kluis, wasdroger en tv te kopen om geen btw te hoeven betalen, het opdragen van privéwerkzaamheden aan de advocaat van Econocom voor rekening van Econocom, het bestellen van bloemen voor privécontacten op rekening van Econocom en het zonder toestemming van Econocom laten overschrijven van de seizoenkaarten van Ajax, maken duidelijk dat werknemer zijn moreel kompas is kwijtgeraakt.
Onverwijldheid
Volgens werknemer was Econocom al vanaf in ieder geval februari 2020 op de hoogte van de zaken die aan het ontslag op staande voet ten grondslag zijn gelegd. Hij baseert dat op een door hem waargenomen verandering in de houding van Econocom richting hem (i), het uitblijven van een verzoek om zijn zakelijke e-mailaccount tijdens ziekte te ontsluiten (ii), het ontbreken van een concrete aanleiding voor het onderzoek van Hoffmann (iii), alsmede zijn waarneming dat zijn privé-e-mailaccount is gehackt (iv). Volgens werknemer is aan Hoffmann alleen opdracht gegeven om een onderzoek te doen om te verhullen dat Econocom al veel eerder op de hoogte was. De kantonrechter volgt werknemer hierin niet. Econocom heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat er voor haar in februari 2020 wel een concrete aanleiding was om Hoffmann opdracht te geven tot een onderzoek. Het is aannemelijk dat die aanleiding was gelegen in de nijpende situatie van de grote klant en de vele verzoeken in dat verband om informatieverstrekking op het operationele vlak waarop Econocom geen antwoord kon geven, de hoge facturen van de onderneming van X, alsmede de ongebruikelijke transacties met de tankpas. Werknemer heeft ook in het geheel niet aannemelijk gemaakt dat een persoon binnen Econocom die bevoegd was om hem ontslag te geven al langere tijd op de hoogte was van al de onderwerpen die het ontslag op staande voet naar het oordeel van de kantonrechter inhoudelijk kunnen dragen. Uit het voorgaande volgt dat het ontslag op staande voet in stand blijft.