Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Draad Nijmegen B.V.
Rechtbank Gelderland (Locatie Nijmegen), 6 oktober 2021
ECLI:NL:RBGEL:2021:5791
Werkneemster die is blootgesteld aan gevaarlijke stoffen heeft, mede gelet op intensief en lang rookverleden, onvoldoende kunnen onderbouwen dat COPD en astmaklachten beroepsgerelateerd zijn.

Feiten

Bij tussenvonnis is onder meer overwogen dat vooralsnog op werkneemster de bewijslast rust dat zij tijdens haar werkzaamheden bij Draad Nijmegen B.V. (hierna: Smit Draad) is blootgesteld geweest aan voor de gezondheid gevaarlijke stoffen en zij als gevolg daarvan gezondheidsschade heeft opgelopen. Overwogen is dat eerst de aard en de omvang van de blootstelling aan gevaarlijke stoffen tijdens de uitoefening van de werkzaamheden van werkneemster bij Smit Draad moet komen vast te staan, althans dat moet komen vast te staan dat die boven toegestane grenswaarden is geweest. Voorts is overwogen dat werkneemster inzicht moet geven in haar medische voorgeschiedenis door medische stukken in het geding te brengen en dat het causaal verband tussen de gestelde gezondheidsklachten en de verrichte werkzaamheden moet komen vast te staan. Partijen zijn tevens in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over hun bewijsposities, mogelijke bewijslevering en de vraag of en, zo ja, welke deskundige(n) benoemd zou(den) moet(en) worden om nader te formuleren vragen te beantwoorden. Werkneemster heeft bij akte medische informatie, afkomstig van haar huisarts in het geding gebracht. Smit Draad heeft naar aanleiding van die medische informatie een aanvullend advies van haar medisch adviseur in het geding gebracht.

Oordeel

Anders dan Smit Draad heeft betoogd, heeft werkneemster met de in het geding gebrachte medische informatie voldoende informatie verstrekt om inzicht te geven in de aard van haar klachten, het klachtenbeloop en mogelijke (alternatieve) oorzaken daarvan. Werkneemster heeft nagelaten aan te geven wanneer zij zich met welke klachten bij de huisarts heeft gemeld, hetgeen van haar wel verwacht had mogen worden. Met de medisch gemachtigde van Smit Draad is de kantonrechter van oordeel dat uit de door werkneemster overlegde medische informatie niet blijkt van klachten van misselijkheid, braakneigingen, hoofdpijn, duizeligheid, en het gevoel kramp te krijgen. Met betrekking tot dove gevoelens in de voeten heeft werkneemster bij haar huisarts één keer geklaagd over voetproblemen die de huisarts heeft toegeschreven aan wintertenen. Derhalve resteren de gestelde luchtwegklachten, COPD en astma en daaruit beweerdelijk voortvloeiende beperkingen. Bestudering van de patiëntenkaart leert dat werkneemster zich voor het eerst in 2012 tot haar toenmalige huisarts heeft gewend met longklachten, hoestklachten en dat bronchitis is gediagnosticeerd. Voorts dat zij zich in 2014 bij haar huidige huisarts met (chronische) longklachten heeft gemeld, in de loop der tijd de diagnose COPD is gesteld en astma als mogelijke diagnose is genoemd. Dat werkneemster is gediagnosticeerd met COPD is tussen partijen niet in geschil. Wel de vraag of zij ook daadwerkelijk astma heeft en wat de oorzaak is van de COPD en eventuele astma, meer in het bijzonder of er causaal verband bestaat met de bij Smit Draad verrichte werkzaamheden. Uit de medische informatie van onder meer de huisarts blijkt dat werkneemster een intensief en lang rookverleden heeft. Uit het NKAL-rapport blijkt dat roken in het algemeen als de (belangrijkste) oorzaak voor COPD heeft te gelden en slechts in 15% van de gevallen sprake is van beroepsgerelateerde COPD. De relatie tussen blootstelling aan (organische) oplosmiddelen en COPD is daarmee volgens NKAL moeilijk vast te stellen, nu de oorzaak van de COPD hoogstwaarschijnlijk niet is gelegen in blootstelling aan de stoffen waarmee werkneemster heeft gewerkt, maar het gevolg is van het jarenlange roken. In dezelfde strekking heeft de medisch adviseur van Smit Draad gerapporteerd, door te beschrijven dat in de literatuur geen zeker verband is te vinden tussen blootstelling aan oplosmiddelen en/of soldeerdampen en COPD. Dit alles heeft werkneemster niet, althans niet voldoende gemotiveerd weersproken. Derhalve is het verband tussen de klachten gerelateerd aan COPD en de arbeidsomstandigheden niet alleen te onzeker en te onbepaald om aan toepassing van de omkeringsregel toe te komen, maar ook onvoldoende om het gestelde causaal verband te onderbouwen. Werkneemster heeft niet onderbouwd welke deskundigen zouden moeten worden benoemd, dus wordt aan deskundigenonderzoek niet toegekomen. Ter zake van de astma wordt overwogen dat naar medische maatstaven gemeten niet met zekerheid vaststaat dat van astma sprake is, nu dit slechts eenmaal is gemeten en dit onvoldoende is om daarmee de diagnose astma te mogen stellen, laat staan dat er sprake is van onderbouwing van causaal verband met de verrichte werkzaamheden. Hetgeen hiervoor is overwogen leidt ertoe dat de vorderingen van werkneemster worden afgewezen. Derhalve kan de vraag of sprake is geweest van (normoverstijgende) blootstelling aan voor de gezondheid schadelijke stoffen en de vraag of Smit Draad aan haar zorgplicht heeft voldaan onbesproken blijven.