Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 19 oktober 2021
ECLI:NL:GHAMS:2021:3153
Feiten
X is enig bestuurder van Nieuw Effect. Nieuw Effect was indirect enig bestuurder en enig aandeelhouder van de in 2018 ontbonden vennootschap PBC Techniek B.V. In PBC Techniek werd een uitzendonderneming gedreven. SNCU is een door cao-partijen opgerichte stichting die toeziet op de naleving van onder meer de Cao voor Uitzendkrachten. SNCU heeft een onderzoek ter plaatse naar de naleving van de Cao voor Uitzendkrachten laten uitvoeren bij PBC. Dit heeft geresulteerd in een ‘Definitieve Rapportage’ van 7 september 2017, waarin staat dat materiële afwijkingen zijn geconstateerd met een indicatieve schadelast van in totaal € 54.241. Het onderzoek is gedaan door middel van een steekproef bij vijftien personen en betrof drie controleperioden: 1 oktober 2014 tot en met 31 december 2014, 1 januari 2015 tot en met 16 september 2015 en 25 maart 2016 tot en met 30 september 2016. De rechtbank heeft op vordering van SNCU Nieuw Effect en X hoofdelijk veroordeeld tot betaling van € 54.241 als schadevergoeding aan de ex-werknemers van PBC, een bedrag ter hoogte van het niet tijdig aan de ex-werknemers betaalde deel van het hiervoor genoemde bedrag als aanvullende forfaitaire schadevergoeding aan SNCU en € 58.528 als forfaitaire schadevergoeding aan SNCU. Op 1 september 2021 hebben Nieuw Effect c.s. een rapport van Virtius Consultancy B.V. aan het hof en de wederpartij toegezonden om als productie in het geding te brengen bij de mondelinge behandeling van 3 september 2021. Het rapport is gedateerd op 25 augustus 2021. In het rapport wordt onder meer geconcludeerd dat er ‘geen sprake is van een onderbetaling en (…) van de indicatieve schadelast op grond van artikel 19 en 20 ABU CAO in de controle periodes’. SNCU heeft het hof primair verzocht de productie niet toe te laten. Hiertoe heeft SNCU aangevoerd dat het procesreglement een termijn van tien dagen voorschrijft. Nieuw Effect c.s. hebben hiertegen aangevoerd dat zij lang bij Virtius hebben moeten aandringen op het opstellen en beschikbaar stellen van het rapport en dat zij het niet meteen op 25 augustus 2021 van de rapporteur hebben ontvangen. De advocaat van Nieuw Effect c.s. heeft het rapport een dag na ontvangst doorgezonden aan het hof en de wederpartij.
Oordeel
Het hof ziet geen aanleiding te twijfelen aan hetgeen Nieuw Effect c.s. heeft aangevoerd. Gelet op de mogelijke betekenis van de productie voor de vraag of er in de onderzoeksperioden materiële afwijkingen bij PBC waren en zo ja, op welk bedrag de daaraan verbonden schadelast moet worden begroot, verzet de goede procesorde zich er in dit geval tegen dat het hof dit recente rapport buiten beschouwing laat. Hierbij moet worden bedacht dat in hoger beroep de mondelinge behandeling in het algemeen de laatste gelegenheid is tot nadere feitelijke onderbouwing van een vordering of verweer. Daarom wijst het hof het primaire verzoek van SNCU af. SNCU heeft het hof subsidiair verzocht haar toe te staan een nadere akte te nemen in verband met het rapport. Dit verzoek zal het hof honoreren om een voldoende kennisneming en voorbereiding van een reactie voor SNCU mogelijk te maken. Nieuw Effect c.s. zullen in de gelegenheid worden gesteld een antwoordakte in te dienen. De eisen van een goede procesorde verzetten zich ertegen dat partijen in de akte of de antwoordakte andere onderwerpen aan de orde stellen dan de betekenis van het rapport voor dit geding. Het hof verwijst de zaak naar de rol van dinsdag 16 november 2021 voor akte aan de zijde van SNCU en houdt iedere verdere beslissing aan.