Rechtspraak
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 11 november 2021
ECLI:NL:RBGEL:2021:6009
Feiten
Stichting Quadraam (hierna: Quadraam) is een onderwijsgroep die onderwijs aanbiedt aan veertien middelbare scholen. Werknemer is in 1995 bij (de rechtsvoorganger van) Quadraam in dienst getreden. Werknemer was laatstelijk werkzaam in de functie van docent LC en gaf lessen Duits en geschiedenis aan het vmbo. Op 25 juni 2021 is in een gesprek tussen een leerlinge en mevrouw X (docente Duits op) door leerlinge aangegeven dat werknemer “heel erg gek op haar was” en haar “heel leuk” vond. Op 30 juni 2021 vroeg X leerlinge na de les even te blijven. X vertelde leerlinge dat haar opmerking in haar hoofd was blijven hangen en vroeg of er iets was voorgevallen tussen werknemer en leerlinge. Na doorvragen gaf leerlinge aan dat werknemer “rare dingen” doet en haar schouders had gemasseerd, in de richting van haar borsten. Naar aanleiding van het gesprek met leerlinge heeft X een interne melding gedaan. Hierna zijn de ouders van leerlinge ingelicht en heeft, ook op 30 juni 2021, een gesprek plaatsgevonden waarbij leerlinge, haar ouders, de secretaris en onderwijsdirecteur aanwezig waren. Vervolgens is werknemer uitgenodigd voor een gesprek op 1 juli, waarin hij het bewuste gedrag heeft ontkend. Op 5 juli 2021 heeft weer een gesprek plaatsgevonden met leerlinge en de ouders van leerlinge. Diezelfde dag hebben de onderwijsdirecteur en secretaris ook gesproken met een medeleerling en haar moeder. De medeleerling bevestigde dat zij in maart 2021 heeft gezien dat werknemer leerlinge had aangeraakt bij haar borsten. Vervolgens is werknemer op 5 juli 2021 geschorst. Op 6 juli 2021 heeft Quadraam overleg gevoerd onder meer met haar advocaat, de zedenpolitie en de onderwijsinspectie. Tijdens een vervolggesprek op 9 juli 2021 tussen werknemer enerzijds en de secretaris en onderwijsdirecteur namens Quadraam anderzijds, is werknemer geconfronteerd met de verklaring van leerlinge en van de medeleerling. Vervolgens is werknemer op staande voet ontslagen. Werknemer verzoekt het ontslag op staande voet te vernietigen.
Oordeel
Quadraam heeft voldoende toegelicht dat het ontslag onverwijld is gegeven gezien de omstandigheden in dit geval. Naar het oordeel van de kantonrechter staat in ieder geval de door Quadraam aangevoerde gedraging op 30 maart 2021, waarbij werknemer met zijn handen aan de borsten van leerlinge heeft gezeten, in voldoende mate vast. De betreffende leerlinge en medeleerling zijn consequent in hun verklaringen, die zij richting verschillende personen hebben verklaard. Hier staat de ontkenning van werknemer tegenover, die enerzijds zegt niet aan borsten van leerlingen te hebben gezeten en anderzijds uitlegt dat hij ‘redelijk fysiek’ is in zijn omgang met leerlingen. Deze wat globaal gebleven ontkenning blijft niet overeind tegenover de gedetailleerde en met elkaar overeenkomende verklaringen van de leerlinge en de medeleerling. Daar komt bij dat Quadraam de relevante informatie met de nodige behoedzaamheid en zorgvuldigheid heeft verkregen, waardoor er ook geen reden is om te vrezen voor een valse beschuldiging. Quadraam heeft meerdere keren en met meerdere mensen (zowel een docent, als de onderwijsdirecteur, als de secretaris van het college van bestuur) met leerlinge gesproken. Er is ook gesproken met leerlinge waar haar ouders bij waren. Dat geldt ook voor de medeleerling. Dat is belangrijk, omdat Quadraam de ervaring heeft dat áls leerlingen een valse beschuldiging hebben geuit, dit vaak uitkomt als er in de aanwezigheid van ouders over wordt gesproken. Hierbij is ook nog van belang, zoals Quadraam ter zitting heeft uitgelegd, dat deze concrete beschuldiging, anders dan de ervaring is bij verzonnen aantijgingen, nog niet op school bekend was. Dat werknemer aan de schouders en vervolgens de borsten van een leerling heeft gezeten, levert een dringende reden op voor ontslag op staande voet. Met deze handeling heeft werknemer zowel de algemene norm – het is ongepast om als leraar een leerling seksueel getint aan te raken – als de meer specifiek in de Omgangs- en integriteitscode vastgelegde norm geschonden. De vraag of dit vaker is voorgekomen dan één keer en of het voorval van het uit de achterzak pakken van een telefoon (op zich en/of in combinatie met het voorval met leerlinge) een dringende reden oplevert, kan verder buiten beschouwing blijven. De aard en de ernst van de dringende reden leiden, ondanks het lange dienstverband van werknemer en de nadelige gevolgen die het ontslag voor hem zullen meebrengen, tot de conclusie dat het op 9 juli 2021 verleende ontslag op staande voet rechtsgeldig is. De kantonrechter heeft nadrukkelijk meegewogen dat werknemer al 25 jaar als leraar heeft gewerkt. Dat is op zichzelf een relatief lange en ook te respecteren periode. Maar de normschending is ernstig. De normschending weegt extra zwaar omdat het hier een leraar-leerlingverhouding betreft en het vertrouwen van een leerling om veilig en onbekommerd op school te kunnen zijn, is aangetast. Dit alles leidt ertoe dat de verzoeken van werknemer worden afgewezen.